Goto main content

Begin van ontmijningsacties in Colombia

Mijnen en andere wapens
Colombia

Handicap International is sinds 1998 actief in Colombia en bereidt zich vandaag voor om de komende vijf jaar ontmijningsoperaties te voeren in drie departmenten van het land (Cauca, Meta en Caquetá). De organisatie zet daarnaast nog haar sensibiliseringsactiviteiten rond de gevaren van mijnen en explosieve oorlogsresten voort en blijft ook de slachtoffers steunen.

Un démineur en tenue s'entraîne à sonder un endroit en en pente. A l'avant-plan un panneau "danger mines" en espagnol

 

Handicap International is sinds 1998 actief in Colombia en bereidt zich vandaag voor om de komende vijf jaar ontmijningsoperaties te voeren in drie departmenten van het land (Cauca, Meta en Caquetá). De organisatie zet daarnaast nog haar sensibiliseringsactiviteiten rond de gevaren van mijnen en explosieve oorlogsresten voort en blijft ook de slachtoffers steunen.

Colombia: het land met het op één na grootste aantal mijnen

Colombia werd vijftig jaar lang verscheurd door gewapende conflicten, en telt vandaag het op één na grootste aantal landmijnen ter wereld, net na Afghanistan. [1] In 31 van de 32 departementen liggen landmijnen en explosieve oorlogsresten. Sinds 1990 werd er systematisch gebruikgemaakt van zelfgemaakte springtuigen, met meer dan 11.100 slachtoffers tot gevolg. Op 13 mei 2016, ter gelegenheid van de ondertekening van nieuwe vredesakkoorden tussen de overheid en de FARC-rebellen (de 'revolutionaire strijdkrachten van Colombia'), werd Handicap International [2] officieel door de Colombiaanse overheid aangesteld om drie departementen van het land te ontmijnen. Handicap International bereidt haar ontmijningsacties voor in sterk ‘vervuilde’ gebieden, bij de voornamelijk inheemse bevolking in de departementen Cauca, Meta en Caquetá. De ontmijning zou vijf jaar in beslag nemen.

“In Colombia leeft bijna 80 % van de slachtoffers van mijnen en explosieve oorlogsresten met een handicap. In de helft van de gevallen gaat het om burgerslachtoffers in afgelegen gebieden, zonder rechtstreekse toegang tot gezondheidscentra of revalidatiezorg. Met haar ontmijningsacties wil Handicap International de oorzaak van handicaps aanpakken en onder meer bijdragen tot het vredesproces en de economische ontwikkeling in het land”, vertelt Irène Manterola, directrice van Handicap International in Colombia.

Voorkomen, ontmijnen, genezen: een integrale aanpak

Handicap International werkt aan een samenhangende, brede aanpak als het gaat om haar ontmijningsacties:

“Sinds april 2016 hebben we 14 ontmijners opgeleid, goed voor drie ontmijningsteams die nu klaar zijn om hun taak aan te vatten in de departementen Cauca, Meta en Caquetá. Bovendien rekruteren we nog nieuwe ontmijners. Zeven teams voeren ook voorafgaande ontmijningsonderzoeken: we controleren de gegevens die we van de overheid krijgen over de locatie van de mijnen en toetsen die aan de informatie van de dorpelingen. We brengen ook de te ontmijnen zones in kaart met behulp van metaaldetectoren. De eerste ontmijningsoperaties zouden eind februari en in maart van start moeten gaan, eerst in Cauca, en vervolgens in Meta en Caquetá. Daarnaast zetten we onze sensibiliseringssessies voort rond de gevaren van mijnen bij de gemeenschappen en helpen we slachtoffers van mijnen in de zes meest ‘vervuilde’ departementen - Antioquia, Cauca, Caquetá, Córdoba, Nariño en Meta (met revalidatiesessies). We helpen personen met een handicap ook op weg naar een job of het onderwijs. Het gaat om een brede aanpak: we verkleinen de risico’s op handicaps, ontmijnen gebieden en steunen slachtoffers van mijnen (met revalidatiehulp of psychologische bijstand). We pakken dus niet alleen de oorzaken van handicaps aan, maar ook de gevolgen”, licht Aderito Ismael toe, hoofd van de ontmijningsacties van Handicap International in Colombia.

Geëngageerde ontmijners

Handicap International leidt vooral ontmijners op uit de inheemse gemeenschappen bij wie de organisatie haar ontmijningsacties plant. De ontmijners zijn dus erg vertrouwd met de plaatselijke cultuur en dragen bij tot het vredesproces in hun eigen dorp. Ramiro Pineda Posada, ontmijner voor Handicap International, getuigt:

“Toen ik opgroeide, brachten mijn ouders me respect bij voor het land waarvan we leven. Het schenkt me voldoening om als ontmijner te kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van het land, maar vooral ook om ervoor te zorgen dat de gemeenschappen weer in vrede kunnen leven. Dat is voor hen ongekend. Als ontmijner draag ik mijn steentje bij tot het grotere geheel.”

Marta Quintero houdt toezicht over de ontmijningsoperaties van Handicap International en voegt er nog aan toe: “We brengen meer dan 90 % van de tijd door op onze knieën. We weten wanneer we de activiteiten aanvatten, maar weten nooit wanneer het werk voltooid zal zijn. Een gebied ontmijnen kan maanden in beslag nemen, maar soms ook jaren. De vreugde die ik ervaar wanneer ik een zone heb ontmijnd is onbeschrijflijk.”

 

[1] En het land met het op twee na hoogste aantal slachtoffers van mijnen, na Afghanistan en Cambodja - bron: Landmine Monitor 2015.

[2] HI is sinds 1998 actief in Colombia en bindt er al sinds 2005 de strijd aan met mijnen.

Meer over dit onderwerp

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders
© A. Faye / HI
Mijnen en andere wapens

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders

In 1992 moest Mansata het dorp Bissine in Senegal ontvluchten door gewapend geweld. Dertig jaar later woont ze er opnieuw veilig met haar kinderen en kleinkinderen.

Twee jaar noodhulp in Oekraïne
© T. Nicholson / HI
Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

Twee jaar noodhulp in Oekraïne

Handicap International biedt met haar goed uitgebouwde team onder meer revalidatiezorg en psychologische ondersteuning en speelt een belangrijke rol in de verdeling van hulpgoederen.

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal
© A. Stachurski / HI
Mijnen en andere wapens

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal

Vier Mechelse herdershonden krijgen hun laatste trainingen door onze Belgische partnerorganisatie APOPO. Binnenkort gaan ze landmijnen opsporen in de tropische regio Casamance.