Goto main content

Nieuw gebruik van mijnen is smet op positieve resultaten

Mijnen en andere wapens

Vandaag werd Het Landmine Monitor Report 2013 officieel bekendgemaakt. Dit rapport legt de jaarlijkse balans voor van het Verdrag van Ottawa dat het gebruik, de opslag, de productie en het transport van antipersoonsmijnen verbiedt. Handicap International uit haar bezorgdheid omdat het voorbije jaar, onder andere door Syrië, landmijnen werden gebruikt. Er zijn ook nieuwe bewijzen dat deze wapens in 2011 ingezet werden door Jemen, dat nochtans lid is van het Verdrag.

Een slachtoffer van een landmijn in Oeganda

Vandaag werd Het Landmine Monitor Report 2013 officieel bekendgemaakt. Dit rapport legt de jaarlijkse balans voor van het Verdrag van Ottawa dat het gebruik, de opslag, de productie en het transport van antipersoonsmijnen verbiedt. Handicap International uit haar bezorgdheid omdat het voorbije jaar, onder andere door Syrië, landmijnen werden gebruikt. Er zijn ook nieuwe bewijzen dat deze wapens in 2011 ingezet werden door Jemen, dat nochtans lid is van het Verdrag.

Verontrustend

Nieuwe bewijzen onthullen dat de regeringstroepen van Jemen, een lidstaat van het verdrag, in 2011 bewust gebruik maakten van antipersoonsmijnen in hun gebied. Een onderzoek dat door Human Rights Watch werd geleid in 2013 wijst erop dat er (ongeveer 8.000) antipersoonsmijnen ingezet werden in bijna 20 gebieden, in het bijzonder rond de militaire kampen van Bani Jormooz, op enkele kilometers ten noorden van hoofdstad Sana'a. In 2012 werden meer dan 260 slachtoffers van mijnen en explosieve oorlogsresten geteld in het land, tegenover 19 slachtoffers in 2011. Handicap International is zeer bezorgd over de langetermijngevolgen en veroordeelt de ongekende schending van het verdrag tegen landmijnen door Jemen. Ze werpt een smet op de positieve resultaten van het Verdrag van Ottawa. Volgens het Landmine Monitor Report werden in 2012 namelijk nog nooit zo weinig nieuwe slachtoffers geteld, werden er nog nooit zo veel gebieden opgeruimd en werd er wereldwijd nog nooit zo veel geïnvesteerd in de strijd tegen mijnen sinds 1999.

Syrië

In Syrië, dat niet aangesloten is bij het verdrag van Ottawa, hebben zowel in 2012 als in 2013 meerdere strijders antipersoonsmijnen ingezet. De langdurige burgeroorlog die Syrië teistert, heeft in twee jaar en half reeds meer dan 110 000 dodelijke slachtoffers en onnoemelijk veel gewonden gemaakt. Meer dan twee miljoen mensen vluchtten naar de buurlanden. Om de vluchtelingen te helpen, zette Handicap International activiteiten op touw in Jordanië, in Libanon en in Syrië. Handicap International levert vooral protheses, staat in voor de opvolging van geamputeerde mensen en biedt revalidatie aan gewonden die het risico lopen op een blijvende handicap. De organisatie leidt ook projecten om de bevolking te wijzen op gevaren van explosieve oorlogsresten[2]. Handicap International bekommert zich om de dramatische gevolgen die de mijnen en niet-ontplofte tuigen met zich mee zullen brengen. De huidige situatie wijst er op dat een opruiming van meerdere jaren nodig zal zijn om het aantal slachtoffers van ‘de oorlog na de oorlog’, te beperken.


Het Landmine Monitor Report 2013 laat eveneens een ongekende vooruitgang zien:

 

  • landmine monitorHet aantal geregistreerde slachtoffers was nog nooit zo laag: in 2012 werden 3 628 slachtoffers geteld, ofwel een daling van 19 % t.o.v. het voorgaande jaar. Dit vertegenwoordigt een gemiddelde van tien slachtoffers per dag voor het jaar 2012, ofwel een vermindering van 60 % t.o.v. 1999, het jaar waarin het verdrag van Ottawa van kracht werd. Helaas staan burgers nog steeds in voor het grootste deel van de slachtoffers (78 %). Het merendeel hiervan zijn vrouwen en kinderen (respectievelijk 13 % en 47 % van de getelde burgerslachtoffers).          
  • Er werd een recordaantal van 526 km2 aan vervuilde zones opgeruimd, t.o.v. 423 km2 in 2011. Zo werden er 540 000 mijnen en explosieve oorlogsresten vernietigd. Handicap International leidt of steunt opruimingsactiviteiten in acht landen (Cambodja, Laos, Libanon, Libië, Mali, Mozambique, Democratische Republiek Congo en Senegal).
  • 71 landen en gebieden wereldwijd werden geïdentificeerd als zijnde bezaaid met wapens, ofwel 9 % minder dan het voorgaande jaar. Vijf nieuwe landen hebben in 2012 aangekondigd alle antipersoonsmijnen te hebben vernietigd in hun gebied. Het totale aantal ontmijnde landen komt zo op 25.
  • De 87 landen die deel uitmaken van het verdrag hebben meer dan 47 miljoen antipersoonsmijnen vernietigd, waarvan meer dan 250 000 in 2012.
  • 67 landen hebben voor een bedrag van 681 miljoen Amerikaanse dollar bijgedragen aan de actie tegen mijnen. Nog nooit werd er zo veel geïnvesteerd in de verwoesting van deze wapens.


Handicap International zal van 2 tot 5 december 2013 aanwezig zijn tijdens de 13de Conferentie van de staten die partij zijn bij het verdrag van Ottawa, om de regeringen te wijzen op hun verantwoordelijkheden en om op te roepen de verplichtingen van het verdrag na te leven.


Het Landmine Monitor Report kan u hier terugvinden.
 

Meer over dit onderwerp

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders
© A. Faye / HI
Mijnen en andere wapens

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders

In 1992 moest Mansata het dorp Bissine in Senegal ontvluchten door gewapend geweld. Dertig jaar later woont ze er opnieuw veilig met haar kinderen en kleinkinderen.

Twee jaar noodhulp in Oekraïne
© T. Nicholson / HI
Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

Twee jaar noodhulp in Oekraïne

Handicap International biedt met haar goed uitgebouwde team onder meer revalidatiezorg en psychologische ondersteuning en speelt een belangrijke rol in de verdeling van hulpgoederen.

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal
© A. Stachurski / HI
Mijnen en andere wapens

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal

Vier Mechelse herdershonden krijgen hun laatste trainingen door onze Belgische partnerorganisatie APOPO. Binnenkort gaan ze landmijnen opsporen in de tropische regio Casamance.