Goto main content

Syrië: burgers in de frontlinie

Mijnen en andere wapens
Syrië

Dagelijks worden nog duizenden Syriërs gedood, gewond, verdreven of belegerd omdat de oorlog in het land aanhoudt en de humanitaire hulp de mensen in nood niet kan bereiken, aldus het regionaal ngo-forum voor Syrië (SIRF). Het forum waarschuwt voor de misvatting dat het geweld in het land zou afnemen naar aanleiding van de recente politieke akkoorden.

Un homme d'une trentaine d'années, assis dans une chaise roulante, une petite fille sur les genoux, dans un abri de fortune

Dagelijks worden nog duizenden Syriërs gedood, gewond, verdreven of belegerd omdat de oorlog in het land aanhoudt en de humanitaire hulp de mensen in nood niet kan bereiken, aldus het regionaal ngo-forum voor Syrië (SIRF). Het forum waarschuwt voor de misvatting dat het geweld in het land zou afnemen naar aanleiding van de recente politieke akkoorden.

Sinds september, de dodelijkste maand van 2017, is het geweld in Syrische steden als Raqqa, Deir Ezzor en West-Aleppo en zijn buitenwijken, juist toegenomen. De gevechten houden ook aan in sommige ‘de-escalatiezones’ zoals Idlib, dorpen rond Hama en Oost-Ghouta waar een kleine 400.000 mensen nog steeds vastzitten zonder toegang tot humanitaire hulp. Volgens Syrische gezondheidswerkers in Oost-Ghouta wordt voedsel steeds duurder, is de toegang tot drinkbaar water bedreigd en zijn er steeds meer gevallen van ondervoeding. De Verenigde Naties hebben het over een ‘humanitaire noodsituatie’.

In andere delen van het land zijn er nog steeds intensieve bombardementen en beschietingen aan de gang waarbij het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden leidt tot bijzonder zwaar menselijk leed. Duizenden Syriërs, waaronder talloze vrouwen en kinderen, worden gedood of raken levensbedreigend gewond. De gezondheidswerkers op het terrein worden geconfronteerd met slachtoffers van zelfgemaakte springtuigen (de zogenaamde IED - improvised explosive devices), zelfs in de ‘de-escalatiezones’ of in gebieden waar de gevechten zijn gestopt.

Constante stroom van rondtrekkende vluchtelingen

Het geweld blijft zorgen voor een constante stroom van rondtrekkende vluchtelingen. De meesten komen terecht in gebieden waar humanitaire organisaties niet in actie kunnen komen wegens de aanhoudende gevechten of de aanwezigheid van gewapende groeperingen. Sinds januari 2017 verlaten in Syrië dagelijks gemiddeld 6.550 personen hun verblijfplaats. Andere Syriërs die de gruwel van de belegering en de honger zijn ontvlucht, vinden nog enkel een onderkomen in gebieden waar de gevechten eens te meer oplaaien. Voor de burgers die voortdurend op de vlucht zijn, is de oorlog nog lang niet voorbij.

Ook ziekenhuizen en openbare gebouwen die onder bescherming staan van het internationale recht, worden nog steeds beschoten en vernield. Ook scholen zijn het doelwit van gerichte aanvallen waardoor de Syrische kinderen verstoken blijven van onderwijs. En de vernielde waterputten en leidingen in steden als Raqqa en Deir Ezzor brengen de waterbevoorrading voor de bevolking in gevaar.

Gevolgen op lange termijn

De gebouwen en wegen in gebieden waar de gevechten zijn afgelopen, zoals in Raqqa, zijn echter nog bezaaid met explosieve oorlogsresten die de bereikbaarheid van de lokale bevolking tot de humanitaire hulp aanzienlijk in het gedrang brengen. Een groot deel van het land is bezaaid met niet-ontplofte mijnen en boobytraps, waarvan sommigen zo geavanceerd zijn dat ontmijningsspecialisten ze voorlopig niet kunnen neutraliseren. Het zal nog jaren duren voor deze wapens geen bedreiging meer zullen vormen. Bovendien bemoeilijkt de situatie de terugkeer van de bewoners naar hun oorspronkelijke woonplaats en kunnen de Syriërs hun woning en buurt niet heropbouwen.          

De escalatie van het geweld heeft ernstige gevolgen voor de noden van de Syrische bevolking en beperkt de toegankelijkheid van humanitaire hulp in bepaalde delen van het land. Meer dan 3 miljoen mensen overleven in moeilijk te bereiken of bezette gebieden en zijn uitgesloten van hulp vanwege de onveiligheid of de hindernissen aangebracht door de oorlogvoerende partijen. Ngo’s ondervinden problemen om de bevolking te voorzien van basisbehoeften zoals water, voedsel, medische zorg of andere basisbenodigdheden. De humanitaire werkers moeten over het algemeen enorme risico’s nemen om die levensnoodzakelijke hulp tot bij de bevolking te brengen.          

We roepen alle conflicterende partijen op om hun aanvallen op burgers en openbare gebouwen onmiddellijk te staken en het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden stop te zetten. We dringen aan op de bevrijding van de bezette gebieden en de onmiddellijke, onbelemmerde toegang tot de personen in nood in heel Syrië. De humanitaire hulpverleners moeten eveneens worden beschermd en gesteund tijdens hun werkzaamheden. Burgers moeten zich vrij kunnen verplaatsen op zoek naar veiligheid en hulp zonder bedreiging van wraakacties.

Meer over dit onderwerp

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders
© A. Faye / HI
Mijnen en andere wapens

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders

In 1992 moest Mansata het dorp Bissine in Senegal ontvluchten door gewapend geweld. Dertig jaar later woont ze er opnieuw veilig met haar kinderen en kleinkinderen.

Twee jaar noodhulp in Oekraïne
© T. Nicholson / HI
Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

Twee jaar noodhulp in Oekraïne

Handicap International biedt met haar goed uitgebouwde team onder meer revalidatiezorg en psychologische ondersteuning en speelt een belangrijke rol in de verdeling van hulpgoederen.

Rapport 1 jaar Syrië Turkije 12-12 Noodhulp

Rapport 1 jaar Syrië Turkije 12-12

Welke hulp boden de ngo's van het consortium 12-12 op 1 jaar tijd?