Goto main content

Hun verhalen, onze strijd

Hun verhalen
onze strijd

Hun verhalen
onze strijd

 

Christoph Tyvaert en Germaine Bashahu

Orthoprothesist en coördinatrice fondsenwerving bij Handicap International

 
 

'Een prothese geeft niet alleen iemands mobiliteit terug, maar is ook de sleutel tot een heel nieuw leven.'

 

Germaine (40) is afkomstig uit Burundi. Ze werkt er als rechter, tot ze op een dag in 2012 de Belgische orthoprothesist Christoph (47) ontmoet. Hij werkt op dat moment voor Handicap International in het Centraal-Afrikaanse land. De vonk slaat meteen over en een jaar later trouwen ze. Twaalf jaar later wonen ze met hun twee kinderen in het West-Vlaamse Torhout. Christoph doet zijn job nu vanuit België. Germaine coördineert de fondsenwerving van Handicap International België. De cirkel lijkt rond.

 

Christoph, jouw vakgebied is misschien niet voor iedereen even gekend. Wat doet een orthoprothesist precies?

Christoph: Orthoprothesie, of technische orthopedie, is een paramedisch vakgebied waarin we prothesen en orthesen op maat maken voor mensen met een beperking. Orthesen ondersteunen, stabiliseren, corrigeren, immobiliseren of ontlasten een lidmaat of de romp bij bijvoorbeeld contracturen, verlammingen, misvormingen of postoperatieve beperkingen. Prothesen vervangen verloren lichaamsdelen zoals een arm of been na een amputatie of aangeboren afwijking. Onze hulpmiddelen zijn functioneel: ze helpen mensen hun mobiliteit terug te krijgen. Het is een dankbare job, want met de juiste hulpmiddelen kun je iemands mobiliteit teruggeven en de levenskwaliteit aanzienlijk verbeteren.

Hoe ben je bij Handicap International terecht gekomen?

Christoph: Na enkele jaren als orthoprothesist in België, zocht ik een nieuwe uitdaging. In 2006 reisde ik als vrijwilliger voor Artsen Zonder Vakantie, een ngo uit Mechelen, met een medisch team naar Kigali, Rwanda, om kinderen met brandwonden te helpen. Ik had de microbe te pakken: het jaar daarop vertrok ik opnieuw twee keer naar Kigali. Ditmaal in een ander orthopedisch centrum, dat van de ngo CBM. Die werd ooit mee opgericht door Erwin Telemans, later directeur van Handicap International België.

Voor mijn laatste missie voor Artsen Zonder Vakantie in 2009 reisde ik naar Bujumbura in het buurland Burundi. Tijdens mijn verblijf kwam ik toevallig in contact met een orthopedist van Handicap International. Na een gezellige avond met een biertje, klikte het meteen. Enkele tijd later contacteerde hij me met de vraag om voor Handicap International in Burundi te komen werken, niet meer als vrijwilliger, maar met een contract van zes maanden om opleidingen te geven aan mensen in de orthopedische ateliers.

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Germaine: In 2012 leerden we elkaar heel toevallig kennen. In die periode deed ik veel aan sport en kreeg ik last van mijn rug. Ik vertelde het aan een vriendin. Zij raadde me aan om naar het nationaal centrum voor orthopedische hulpmiddelen en revalidatie in Gitega te gaan, waar zij samen met Christoph werkte. Daar kon je naast technische hulpmiddelen ook sessies kinesitherapie krijgen. Op weg naar mijn vriendin, passeerde ik langs het atelier van Christoph. Onze blikken kruisten elkaar.

Christoph: Een echte coup de foudre. Ik was protheses aan het slijpen en was zodanig van mijn stuk, dat ik bijna mijn vinger in de machine stak (lacht).

Germaine: Dat gevoel was zeker wederzijds. Terwijl ik voor mijn kinesessie langsging, vroeg Christoph aan mijn vriendin wie ik was. Ze stelde ons voor en we raakten in gesprek. Toevallig eigenlijk. Zonder Handicap International hadden we elkaar nooit ontmoet.

Christoph: Een jaar later zijn we in Burundi getrouwd. Ondertussen hebben we twee kinderen, en wonen we terug in België.

Germaine, jij werkt nu zelf voor Handicap International.

Germaine: Voordat ik Christoph leerde kennen, werkte ik als rechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg in Gitega, Burundi. Toen ik in België aankwam, ben ik opnieuw gaan studeren aan de Faculteit Rechten en Criminologie van de Universiteit van Louvain-la-Neuve. Na het afronden van mijn studies vond ik het lastig om een job te vinden die echt paste bij mijn vaardigheden. Maar dat hield me niet tegen. Ik ben Nederlandse lessen gaan volgen in Brugge en deed ook het inburgeringsprogramma. Daarnaast werkte ik in een kledingwinkel in Brugge, maar daar ben ik mee gestopt toen onze oudste dochter werd geboren.

Na bijna een jaar thuis te hebben gezeten, had ik zin om weer aan de slag te gaan. Online kwam ik een vacature tegen voor de schenkersdienst van Handicap International. Waarom niet, dacht ik. Vooral omdat ik in Burundi zelf heb gezien welk verschil de organisatie maakt. Na een tijdje verliet ik Handicap International om te werken in een advocatenkantoor in Brugge. Ik ben er niet lang gebleven, maar ik heb ik geen spijt van de ervaring.

Je miste je werk bij Handicap International?

Germaine: Toen een collega me vertelde dat ze een vaste medewerker zochten voor de schenkersdienst, heb ik niet getwijfeld. Het besef dat ik hier, vanuit België, echt iets kan betekenen voor mensen over de hele wereld die hulp nodig hebben, overtuigde me. In Burundi zijn er veel mensen met een handicap die geen steun krijgen en zich geen hulpmiddel kunnen veroorloven. Als ik iets kan doen om hen te helpen, waarom zou ik het dan niet doen?

Bovendien heb ik contact met zoveel gulle mensen. In Burundi zagen we vaak ngo's met geld voor projecten, maar we vroegen ons nooit af hoe dat geld werd ingezameld. Toen ik besefte dat er mensen zijn zoals jij en ik, die ervoor kiezen een deel van hun inkomen te schenken om iemand anders te helpen, vond ik dat heel bijzonder. Die gedachte geeft mij nog elke dag energie en motivatie.

Je hebt van dichtbij de revalidatienoden in Burundi gezien. Hoe maak jij aan mensen die verder van die realiteit staan, duidelijk welk verschil zij kunnen maken?

Germaine: In mijn job probeer ik mensen duidelijk te maken wat hun giften echt betekenen. Vijf euro per maand lijkt misschien niet veel, maar voor iemand aan de andere kant van de wereld, kan het een wereld van verschil maken. Met een gift draag je bij aan essentiële hulpmiddelen als protheses en rolstoelen. Je geeft iemand de kans om weer te lopen en zelfstandig te leven. Met elke bedrag, groot of klein, kun je iemands leven compleet veranderen.

Ik haal vaak mijn eerste ontmoeting met Christoph aan als voorbeeld. Toen ik hem voor het eerst zag, was hij samen met orthoprothesisten in opleiding bezig met een gipsmaatname voor de enkel-voetprothese van een kind. Dat beeld staat op mijn netvlies gebrand: een kind dat niet kon lopen, maar dankzij deze hulp weer kan spelen, naar school kan gaan, weer kan lachen... Een kind dat een normaal leven kan leiden. Het is echt bijzonder om te zien hoe groot de impact van ons werk kan zijn, en dat komt zeker ook door de steun die we vanuit België ontvangen.

Welke momenten zijn jullie zo nog bijgebleven?

Christoph: Ik herinner mij een meisje van 10-11 jaar. Ze was langs beide kanten geamputeerd onder haar knie. Ik zal nooit haar gezicht vergeten op het moment dat we ze haar eerste protheses gaven en ze zelfstandig haar eerste stapjes zette. Een glimlach van het ene oor tot aan het andere. Ongelofelijk.  

Germaine: In het centrum in Gitega heb ik veel verwonderde gezichten gezien. In België merken we het niet zo omdat er hier een gestructureerd zorgsysteem is, maar in Burundi is ons werk een echt mirakel, en dat woord gebruik ik bewust. Het is een gelovig land en mensen zien deze hulp dan ook vaak als een geschenk van God.

Wat zijn de grootste verschillen met de situatie in België?

Christoph: Het verschil is enorm. Burundi heeft met zijn 14 miljoen inwoners slechts vier officiële orthopedische centra. Privé-initiatieven zijn er wel, maar door beperkte middelen kunnen ze vaak geen kwalitatieve zorg bieden. Er zijn zoveel mensen, waaronder vooral kinderen met een fysieke beperking die nood hebben aan orthesen, prothesen, orthopedische schoenen of een mobiliteitshulpmiddel.

In België krijgt een persoon met een beenamputatie om de drie jaar een volledig vergoede nieuwe prothese. In Burundi mag je al blij zijn als je überhaupt een goede prothese of orthese kunt krijgen.

Hier in België zijn er zoveel orthopedische ateliers dat iemand anders mijn werk kan overnemen als ik het niet doe, maar in Burundi maak ik als orthopedist echt een verschil. Tijdens mijn laatste reis ontmoette ik oud-studenten die ik tien jaar geleden heb opgeleid. Ze vertelden me dat ze nog steeds de technieken gebruiken die ik ze heb geleerd. Dat is echt prachtig om te zien. Het laat zien hoe nuttig en zinvol het is.

Jullie zijn twee gezichten van de Blauwe Veter-campagne van Handicap International? Welke boodschap willen jullie meegeven?

Christoph: Ik wil dat mensen begrijpen wat Handicap International en haar orthopedisten doen en hoe groot de impact van dat werk kan zijn. Via een prothese geven we iemand niet alleen zijn of haar mobiliteit terug, maar daarnaast ook een hele nieuwe start.

Germaine: Wat ik hoop, is dat we nog meer mensen in België kunnen sensibiliseren over ons werk. We hebben hen nodig om verder te kunnen gaan, om mensen die geen toegang hebben tot revalidatiezorg te helpen. Samen kunnen we echt een verschil maken.

fotografie : Bas BOGAERTS

fotografie : Bas BOGAERTS