Tien jaar na de tsunami

Tien jaar geleden veegde een tsunami hele gebieden in Azië van de kaart. Meer dan een miljoen mensen werd getroffen. Een decennium na haar eerste noodhulpacties is Handicap International nog steeds actief in de regio. De organisatie heeft een intussen aanzienlijke expertise uitgebouwd in risicobeheer bij natuurrampen.

26 december 2004: een aardbeving met een kracht van 8,9 op de schaal van Richter schudt de zeebodem door elkaar in de Golf van Bengalen, nabij het eiland Sumatra (Indonesië). Deze aardschok veroorzaakt een enorme vloedgolf die de Aziatische kusten van de kaart veegt en het binnenland met de grond gelijkmaakt. Bangladesh, India, Indonesië, Maleisië, de Malediven, Myanmar, Sri Lanka, Thailand: heel wat landen worden getroffen door deze tsunami. 270.000 mensen laten het leven en meer dan één miljoen mensen is dakloos.

Na de ramp zette Handicap International meteen projecten op in Indonesië, Sri Lanka, India en de Malediven om hulp te bieden aan de meest kwetsbare tsunamislachtoffers. Als een van de belangrijkste noodhulpverleners bij de natuurramp, ontwikkelde Handicap International acties gericht op de lange termijn.

Massale en onmiddellijke mobilisatie

Handicap International schakelde onmiddellijk haar teams in voor een noodhulpactie, de tot dan toe grootste noodhulpactie uit de geschiedenis van de organisatie. De organisatie bood vanaf de dag na de ramp hulp aan de meest kwetsbare mensen in Sri Lanka, waar ze reeds aanwezig was met andere projecten. Vervolgens zette ze acties op poten in Indonesië en India en enige tijd later ook op de Malediven.

"We zochten naar gewonden, maar er waren enkel dodelijke slachtoffers. We hebben tientallen kilometers gereden, totdat de weg geblokkeerd was. Er was niemand meer. Uiteindelijk maakten we rechtsomkeer en hielpen we mee bij het vervoer van de dode lichamen", vertelt Maxence, logistiek coördinator voor Handicap International in Sri Lanka op het moment van de ramp.

Specifieke acties voor de meest kwetsbaren

Van december 2004 tot april 2005 zette Handicap International grootscheepse noodhulpacties op touw. Tussen december 2004 en maart 2005 bracht de organisatie in Indonesië en Sri Lanka kinesitherapeuten op de been in 18 ziekenhuizen en gezondheidscentra [1]. In Sri Lanka leidde de organisatie meer dan 42.000 raadplegingen in de ontheemdenkampen, waaronder bijna 7.200 raadplegingen voor luchtweginfecties.

In deze twee landen leidde Handicap International meer dan 7.600 kinesitherapiesessies en ving ze meer dan 3.600 patiënten rechtstreeks op in de eerste vier maand na de ramp. Ongeveer 500 mensen kregen orthopedische hulpmiddelen (ortheses of protheses) van de organisatie of van Indonesische partners [2]. In India bood de organisatie in juni 2005 steun aan de lokale vereniging Vidya Sagar, die projecten leidde in het kader van gemeenschapsgerichte revalidatie, toegankelijkheid van weer opgebouwde gebouwen en verdediging en sociale integratie van mensen met een handicap.

Noodhulp gericht op duurzaamheid

Na de urgentieperiode [3] zette Handicap International haar activiteiten verder, om steun aan mensen met een handicap in de regio's te bestendigen. Op lange termijn werden de volgende projecten opgezet:

In Indonesië:

• opleiden van orthoprothesisten
• steun aan organisaties van mensen met een handicap
• integratie van mensen met een handicap in de wederopbouwprojecten [4]

In Sri Lanka:

• levering van protheses en revalidatiebehandelingen aan slachtoffers
• opleiden van zorgpersoneel
• voorzien in hulpcentra voor mensen met een handicap
• steun aan de organisaties van mensen met een handicap

Op de Malediven, dat het derde meest getroffen land was door de tsunami:

• steun aan de overheid bij de opzet van een nationaal beleid voor mensen met een handicap
• toegankelijkheid van de weer opgebouwde woningen na de tsunami voor mensen met een handicap [5]
• steun aan de gemeenschapsgerichte revalidatieprojecten [6] voor mensen met een handicap in Kulhudhuffushi

Handicap International is, samen met het Rode Kruis, de enige organisatie die op de eilandengroep  actief is na de ramp.

In India ten slotte heeft Handicap International sinds de tsunami steun verleend aan de Indiase organisatie voor mensen met een handicap Vidya Sagar.

Actie tot op vandaag

Handicap International rondde eind 2009 haar projecten af op de Malediven, nadat verzekerd was dat overheid en lokale partners haar taken kon overnemen en kon instaan voor hulp en begeleiding aan personen met een handicap. Vandaag is de organisatie wel nog steeds actief in Indonesië, India en Sri Lanka. In deze landen leidt Handicap International verschillende projecten, van meer traditionele projecten zoals de socio-economische inclusie van mensen met een handicap in de samenleving tot projecten omtrent risicobeheer bij natuurrampen. Door actie te ondernemen als antwoord op natuurrampen als de tsunami heeft Handicap International aanzienlijke expertise uitgebouwd in dit domein.

 

[1] Indonesië: Banda Aceh, Sigli en Meulaboh, en Sri Lanka: Batticaloa, Ampara en Hambantota.

[2] Vervolgens werden van januari 2005 tot december 2006 2.116 protheses en loophulpmiddelen geleverd in Sri Lanka, dit in het kader van 4.343 raadplegingen.

[3] Noodhulpperiode die 5 maanden duurde in Indonesië en 12 maanden in Sri Lanka.

[4] Handicap International werd door VN-Habitat geïdentificeerd als referentieorganisme inzake toegankelijkheidskwesties.

[5] Partnerschap met het Rode Kruis.

[6] Revalidatie die erop gericht is de levenskwaliteit van mensen met een handicap en hun gezinnen te verbeteren door hun basisbehoeften te vervullen en door ervoor te zorgen dat ze kunnen deelnemen aan en geïntegreerd worden in de gemeenschap.