Een verborgen gevaar
Antipersoonsmijnen zijn explosieven die vlak onder de grond worden begraven en ontploffen wanneer iemand erop stapt of ze aanraakt. Naast antipersoonsmijnen bestaan er ook antitankmijnen die alleen afgaan onder zware druk, bijvoorbeeld als er een tank of auto over rijdt.
Beide soorten zijn landmijnen, maar terwijl antitankmijnen vooral militaire doelen treffen, zijn antipersoonsmijnen specifiek gemaakt om mensen te raken, en daarbij vallen heel wat onschuldige slachtoffers.
Burgers zijn de eerste slachtoffers
Antipersoonsmijnen doden en verwonden elk jaar onschuldige mensen. Van de geregistreerde slachtoffers tussen in 2024 behoorde 90% tot de burgerbevolking.
Slachtoffers die een ontploffing overleven, moeten vaak verder leven met ernstige lichamelijke en/of psychologische handicaps. De meest voorkomende letsels zijn afgerukte of ernstig getroffen ledematen met amputaties tot gevolg. Andere gevolgen zijn onder meer beschadigingen aan gehoor of zicht, zenuwschade, hersenletsels, posttraumatische stressstoornissen, depressies en angststoornissen.
Een gevaar op lange termijn
Antipersoonsmijnen blijven vaak nog tientallen jaren na een conflict actief, verborgen onder de grond of tussen vegetatie. Ze vergaan bovendien niet met de tijd en blijven dus even dodelijk als op de dag dat ze werden geplaatst.
Het resultaat? Volledige regio’s blijven ongeschikt voor landbouw, infrastructuur of bewoning, wat de wederopbouw van gemeenschappen belemmert. Generaties lang lopen burgers gevaar: kinderen die na het conflict worden geboren, groeien op met het constante risico om verminkt of gedood te worden door achtergebleven mijnen.
Myanmar, het land met de meeste doden
Nergens is het gevaar van antipersoonsmijnen zo duidelijk als in Myanmar. Decennia van sporadische conflicten tussen het leger en etnische rebellengroepen hebben geleid tot een land vol met landmijnen. In 2024 vielen er 2029 doden en gewonden te betreuren, waarvan het merendeel burgers. Geen enkel ander land telde dat jaar meer slachtoffers van antipersoonsmijnen.
Producenten van antipersoonsmijnen
Vier landen - India, Myanmar, Rusland en Zuid-Korea - produceren actief antipersoonsmijnen. Tussen midden 2024 en oktober 2025 werden antipersoonsmijnen gebruikt door Iran, Myanmar en Noord-Korea. Er zijn ook steeds meer aanwijzingen dat Oekraïne landmijnen gebruikt, hoewel de omvang daarvan onduidelijk blijft. Ook Rusland blijft sinds de grootschalige invasie in februari 2022 op grote schaal landmijnen gebruiken.
België speelde een echte voortrekkersrol door als eerste land antipersoonsmijnen te verbieden. Ook in de internationale strijd voor een verbod op deze wapens, die uitmondde in het Verdrag van Ottawa, zette België zich op de kaart.
Het Verdrag van Ottawa
Het Verdrag van Ottawa verbiedt het gebruik, de productie, opslag en handel van antipersoonsmijnen. 166 landen hebben het ondertekend, waarmee ze ook beloven om voorraden te vernietigen en mijnenvelden op te ruimen. Het verdrag heeft al duizenden levens gered, maar de strijd tegen deze wapens is nog niet gestreden.
Het Verdrag tegen landmijnen wordt bedreigd. Estland, Finland, Letland, Litouwen en Polen zijn in juni 2025 begonnen met de procedure om zich terug te trekken uit het verdrag.
Oekraïne heeft aangekondigd dat het het Verdrag van Ottawa zal opschorten – een stap die volgens het verdrag niet is toegestaan voor een staat die betrokken is bij een internationaal conflict.
Wat doet Handicap International?
Handicap International strijdt op internationaal niveau al jaren tegen het gebruik van antipersoonsmijnen. Het spoort landen aan om het Verdrag van Ottowa te ondertekenen en volgt de acties op van landen die het verdrag al eerder ondertekenden.
Via haar ontmijningswerk maakt de organisatie ook gebieden vrij van antipersoonsmijnen en andere explosieven, zodat de lokale bevolking er zonder zorgen opnieuw aan landbouw kan doen of woningen bouwen.
Ten slotte ondersteunt Handicap International slachtoffers van antipersoonsmijnen via revalidatiezorg en mobiliteitshulpmiddelen zoals prothesen, rolstoelen en krukken. Opnieuw zelfstandig zijn is de snelste weg om weer volwaardig deel uit te maken van de samenleving.