Interview: Van Azië naar HELASIA
Eind februari verhuisde onze collega Griet Van de Voorde naar Addis Abeba, Ethiopië, waar ze een nieuw hoofdstuk breit aan haar loopbaan bij Handicap International. We konden haar nog strikken voor enkele vragen over haar ervaringen in Azië en wat haar te wachten staat met HELASIA.
In maart 2020 begon Griet Van de Voorde aan een nieuw hoofdstuk bij Handicap International in Addis Abeba, Ethiopië. | © HI
Droomde je al langer van het buitenland?
Het buitenland was al mijn doel toen ik startte bij HI. Na 7 jaar in Brussel was het ook tijd voor verandering. De timing klopte en het was een interessant aanbod voor 3 jaar, dus wel de moeite om te verhuizen.
Wat ga je precies doen in Ethiopië?
Ik word projectmanager voor het HELASIA-project. Dat is een regionaal project in Ethiopië, Rwanda en Benin. HELASIA staat voor Health, Education & Livelihood Africa: a Sustainable Inclusion Approach.
We gaan samen met de organisaties voor personen met een handicap (Disabled People’s Organisations of DPO’s) kijken hoe we hun werking, management en strategie kunnen versterken. We zullen hen ook begeleiden in het opstellen van actieplannen en hoe ze hun belangen kunnen verdedigen. En dan voornamelijk zodat ze zich meer legitiem voelen om gelijke toegang tot diensten als onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg te eisen.
Zowel Ethiopië, Rwanda als Benin heeft het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap ondertekend, maar er is een verschil tussen de theorie en de praktijk. Wij willen ervoor zorgen dat de personen met een handicap echt toegang hebben tot werkgelegenheid en onderwijs. Wij gaan samen met onze partners de nodige tools geven aan de DPO’s en dan is het aan hen zelf om die in actie om te zetten.
Bijvoorbeeld: een kleine DPO in Benin werkt in een bepaalde regio rond toegang tot onderwijs voor meisjes met een beperking. Als zij goed werk leveren, zouden ze hun best practices moeten kunnen uitwisselen op nationaal niveau. Benin zou die best practices dan zelfs kunnen delen met alle andere Afrikaanse landen. Ik zal vooral daar een coördinerende rol spelen, tussen de landen en het African Disability Forum, de overkoepelende organisatie van Afrikaanse DPO’s.
Je kijkt terug op drie jaar als Operations Officer. Wat hield jouw job precies in?
Ik ondersteunde de projecten van HI in China, de Filipijnen, Indonesië en tot vorig jaar ook Noord-Korea (Handicap International trok zich in december 2019 terug uit Noord-Korea, nvdr). Daarvoor had ik ook de projecten in Laos, Cambodja en Vietnam onder mijn hoede. Mijn werk hield in dat ik toezicht hield op de kwaliteit van de projecten en verantwoordelijk was voor evaluaties en rapporteringen. Ik gaf ook opleidingen rond project management, monitoring, het HI-beleid, innovatie enzovoort.
Foto: Griet tijdens één van haar werkbezoeken in Azië, hier bij de plaatselijke jonge bevolking in Vietnam.
Voor welke uitdagingen staan we in die regio?
Die vier landen hebben allemaal het Verdrag inzake de Rechten voor Personen met een Handicap geratificeerd, maar opnieuw: dat vertaalt zich niet altijd naar de praktijk. Mensen met een beperking hebben niet altijd een gelijke toegang tot diensten zoals onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg. Ze weten wat hun rechten zijn, maar ze worden nog al te vaak gediscrimineerd.
Misschien kom je er als persoon met een beperking in theorie in aanmerking voor microfinanciering. Maar als je naar een kantoor zou gaan, wordt daar verondersteld dat je de lening niet zou kunnen terugbetalen. Er is een ongelijke toegang tot alles wat bestaat.
Het zijn ook landen waar de samenleving snel evolueert.
In deze landen, met uitzondering van Noord-Korea, zijn we getuige van een groeiend middenveld: we zien meer jeugdbewegingen, vrouwenbewegingen, landbouwgroepen en ook organisaties voor personen met een handicap. Dat is alvast positief. Alleen moeten ze de stap nog zetten om hun rechten op te eisen.
Door de veranderingen in de maatschappij, krijg je ook nieuwe problemen. Zoals diabetes, dat is nu één van de grotere oorzaken van beperkingen in Indonesië en de Filipijnen. Indonesië behoort tot de top vijf van landen die lijden aan diabetes. In de Filipijnen heeft 1 op 4 inwoners een te hoge bloeddruk, 1 op 3 inwoners kampt met overgewicht. Daarom besteden wij sinds een aantal jaar meer aandacht aan die problematiek.
Hoe heeft HI die strijd tegen diabetes dan aangepakt?
De mensen wisten meestal niet eens wat diabetes is. HI heeft eerst bewustmakingscampagnes gemaakt om de gemeenschappen te informeren. We hebben daarnaast de lokale gezondheidscentra getoond hoe ze screenings naar diabetes moeten organiseren. We gaven opleidingen rond hoe je schade aan voeten of ogen, veroorzaakt door diabetes, kunt herkennen en wat je eraan kunt doen.
Noord-Korea is natuurlijk een heel ander verhaal.
Het is een uniek systeem, met veel nadelen voor de mensen, waaronder het gebrek aan persoonlijke vrijheid. Dat maakte ons werk rond rechten een uitdaging. Anderzijds, wanneer we de overheid konden overtuigen van onze aanpak, integreerden ze dat in hun nationale beleid en werd onze aanpak meteen uitgerold over het hele land.
Het was uitdagend, soms traag, maar we hebben er mooie dingen gerealiseerd. Handicap International heeft toch een rol gespeeld in de ratificatie van het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap. Dat was een sleutelmoment voor HI en voor de mensen daar.
De voorbije jaren waren er in Ethiopië opflakkeringen van politiek geweld. Waar verwacht jij je aan?
Ik heb er veel over gelezen en veel gepraat met de collega’s in Ethiopië. Zij zien veel positieve veranderingen. Het verandert snel. Er is een momentum. De verkiezingen in augustus worden wel cruciaal. De mix tussen orthodoxe christenen, moslims, joden en alle etnische groepen lijkt me alleszins spannend en verrijkend.
Wat zal je het meest missen in Ethiopië?
Familie en vrienden, natuurlijk. En verder brood, smoskes, Duvel en goede chocolade binnen handbereik.