"Meer mensen geholpen dan verwacht"
Eind 2010 brak in Congo-Brazzaville het poliovirus uit. In maart 2011 trok een team van Handicap International naar de stad Pointe-Noire om de slachtoffers van de epidemie te helpen. Enkele weken geleden is het noodhulpproject afgerond.
Eind 2010 brak in Congo-Brazzaville het poliovirus uit. In maart 2011 trok een team van Handicap International naar de stad Pointe-Noire om de slachtoffers van de epidemie te helpen. Enkele weken geleden is het noodhulpproject afgerond.
Door het poliovirus geraakten heel wat mensen verlamd. Handicap International besloot om snel in te grijpen en de lokale zorgstructuren te versterken. In het ziekenhuis A. Cisé, het basisziekenhuis Tié-Tié en het poliocentrum Caritas zorgden we voor kinesitherapie en loophulpmiddelen zoals krukken en rolstoelen. Zo hielpen we heel wat slachtoffers bij hun revalidatie en konden we zwaardere vormen van handicaps voorkomen.
De teams van Handicap International hebben ook ter plaatse kinesitherapeuten opgeleid, kaarten uitgedeeld waarop wordt uitgelegd hoe mensen thuis oefeningen kunnen doen, voor transport van en naar het ziekenhuis gezorgd, een mobiel ziekenhuis ingericht, psychologische steun geboden ... “En we zijn verder gegaan dan een doorsnee urgentieprogramma”, vertelt programmadirecteur Marine de Kerros. “Zo hebben we de huizen van mensen met een handicap aangepast.”
“We zijn actief op zoek gegaan naar polioslachtoffers. Er kwamen radio- en televisiespots en we communiceerden via de kranten”, aldus Marine. In totaal hielp Handicap International ongeveer 200 slachtoffers. Een van hen is Delia Babela. Zij is 26 jaar en moeder van twee kinderen. “De dokters zagen mijn situatie somber in. Maar dankzij het werk van de kinesitherapeuten, orthopedisten en de sociaal assistente van Handicap International gaat het beter. Ik kan rechtop zitten en met mijn krukken lukt het om een beetje te werken.”
Het team is positief over de voorbije maanden. “Met onze fantastische ploeg hebben we meer mensen kunnen helpen dan we oorspronkelijk voor ogen hadden”, besluit Marine.
Bron: Paul Tchiomvo, La Semaine Africaine