Ghislain Donald, projectmedewerker inclusief onderwijs en beroepsonderwijs: Ik ben het levende voorbeeld van wat ik zeg
Ghislain Adande is projectmedewerker inclusief onderwijs en beroepsonderwijs van HI in Benin. Hij vertelt over zijn reis als blind persoon en deelt zijn uitdagingen en motivaties.

Ghislain Donald Adande bezoekt Raphaël van 10 jaar op de openbare basisschool Zogbo A in Cotonou. | © Solva - B. Akpo / HI
Toegang tot zorg, een echte uitdaging
Ik ben geboren in Ouidah, aan de zuidkust van Benin, in 1990. Papa werkte bij de stedelijke administratie van Ouidah, wat nu het gemeentehuis is. Toen ik 18 maanden oud was, verloor hij plotseling zijn gezichtsvermogen. Hij zocht naar genezing, maar zonder succes, en verloor uiteindelijk zijn baanZelf kon ik als kind goed zien. Ik begon mijn schooltijd op de openbare basisschool van onze gemeente, maar al in het eerste leerjaar had ik moeite om dingen van ver te zien. Op een dag merkte mijn stiefmoeder dat ik met mijn rechteroog slecht zag. Maar door een gebrek aan financiële middelen – en omdat mijn schoolresultaten altijd uitstekend waren – kon Papa niets doen.
«Ik verloor mijn zicht in één klap, op negenjarige leeftijd, in het vierde leerjaar van de lagere school. Plots toen ik voor het hek van ons huis stond, zag ik niets meer. Mijn ouders brachten me naar het ziekenhuis en de artsen spraken over staar. Ik onderging drie operaties, maar zonder resultaat. Ik had nog verdere onderzoeken kunnen ondergaan, maar in die tijd waren de nodige voorzieningen er niet in Benin. Als mijn ouders de middelen hadden gehad, had een reis naar het buitenland een oplossing kunnen zijn. Maar in dit geval was er geen hoop meer. »
Gesterkt door het voorbeeld van mijn vader, zei ik tegen mezelf dat ik moest vechten, want ondanks het feit dat hij niet meer kon zien, bleef Papa actief. Dus begon ik mezelf nuttig te maken: ik maakte bezems en verkocht kleine spullen bij ons thuis ... Tot op een dag da iemand me vertelde dat er een school voor blinden bestond in Parakou, meer dan 400 km van huis. Papa had niet de middelen om me daarheen te sturen, maar ik kreeg steun van de religieuzen.
«Ik had al enkele schooljaren gemist, maar ik zei tegen mezelf dat ik er naartoe moest. Omdat ik mijn neefjes en nichtjes nog hielp met hun huiswerk, was ik niet alles vergeten. Ik besefte dat mijn kleine bezigheden geen echt rooskeurige toekomst boden. Het beste wat ik kon doen, was naar school gaan. »
Studies, een aanzienlijke investering
Ik begon mijn schooltijd in het internaat van de basisschool van Parakou, die mensen met een visuele beperking en blinden verwelkomde. Ik ging opnieuw naar de school in het eerste leerjaar en vervolgde mijn studies tot ik mijn diploma haalde, vaak als de beste leerling van mijn school, het Zongo Algemeen Onderwijs College. Vanaf de middelbare school zat ik in klassen met zowel mensen met een beperking als leerlingen zonder beperking, en de leraren waren niet echt opgeleid om ons te ondersteunen.
« In de klas was ik zeer aandachtig. Ik vroeg mijn klasgenoten om voor te lezen wat er op het bord stond en ik herhaalde de lessen thuis. Dit alles vereiste veel inzet: tijd om te leren, verbeteringen maken, ... Het was ook belangrijk om de mensen die me hielpen geïnteresseerd te houden; Vaak sloeg ik mijn ontbijt over zodat ik ze iets kon aanbieden. Mensen vragen er niet altijd om, maar ze zijn altijd meer beschikbaar als je ook iets voor hen hebt. »
Na het behalen van mijn diploma schreef ik me in voor een bacheloropleiding aan de Hogeschool voor Maatschappelijk Werkers van de universiteit van Abomey-Calavi. Voor mij waren er al twee slechtziende studenten geweest, maar ik was de eerste volledige blinde persoon die aan deze opleiding begon. De eerste contacten met sommige docenten waren niet gemakkelijk, en sommigen maakten ontmoedigende opmerkingen. Ze zeiden dat maatschappelijk werkers bepaalde taken moeten uitvoeren waarvoor je zicht nodig hebt, en dat het voor mij te moeilijk zou zijn.
Maar ik hield vol; ik werkte hard en herhaalde elke avond mijn lessen om te leren wat ik in de les niet kon zien. Uiteindelijk behoorde ik tot de top drie van mijn jaar, dat in 2014 afstudeerde. De eerste stappen in het professionele leven waren niet altijd eenvoudig. Ik moest vaak geruststellen, mijn vaardigheden tonen, en soms zelfs mijn eigen materiaal meebrengen naar kantoor om het vertrouwen te winnen van degenen die me aarzelend een kans gaven.
Mijn vreugde is te weten dat ik mijn medemensen help.
Sinds mijn komst bij HI in december 2022 ben ik bijzonder geraakt door het warme onthaal en de inspanningen van de organisatie om mijn integratie te vergemakkelijken. De aankoop van de software die ik gebruik was bijvoorbeeld een grote hulp, en de werksfeer hier is echt aangenaam en inclusief. Wanneer ik op het terrein ben, kan ik steeds rekenen op de spontane en constante steun van mijn collega’s, wat helpt om de moeilijkere momenten te overwinnen.
Hoewel ik altijd een team heb gehad dat klaarstaat om mij te ondersteunen, merk ik dat er nog enkele kleine aanpassingen nodig zijn. Het ontbreken van markeringen op de vloer of duidelijk afgebakende gangen, evenals sommige platforms die nog niet volledig toegankelijk zijn, maken mijn verplaatsingen of taken soms moeilijker. Ik doe soms een beroep op collega’s voor zaken die op het eerste gezicht eenvoudig lijken (zoals printen, documenten scannen, mijn verlof plannen, enz.), maar die in mijn dagelijkse realiteit wat complexer zijn. Ook al lijkt het team er geen probleem van te maken, wens ik soms toch wat meer autonomie, zonder telkens de hulp van anderen te moeten inroepen.
Dat gezegd zijnde wil ik benadrukken dat deze moeilijkheden ruimschoots gecompenseerd worden door de goodwill en het engagement van mijn collega’s. Dankzij hun voortdurende steun kan ik mij ontplooien in mijn werk en volop bijdragen aan de missie van de organisatie. Door de collaboratieve sfeer en het engagement van HI om mijn inclusie te bevorderen, voel ik me zelfverzekerd en in staat om uitdagingen aan te gaan, terwijl ik me volledig opgenomen voel in het team.
Bovendien hou ik van mijn job. Ik volg de kinderen en adolescenten op die we binnen het project begeleiden, en onderhoud het contact met de verschillende partners. Van de zorgverlening tot het verkrijgen van medische zorgen, van de opleiding van onderwijsteams tot de administratieve opvolging: ik zorg ervoor dat alles goed verloopt en dat zij vooruitgang boeken in hun traject. Wat mij motiveert, is dat door wat ik doe, veel van mijn broeders en zusters met een handicap tevreden zullen zijn. Als er zulke projecten waren geweest toen ik op de middelbare school zat, had ik ongetwijfeld meer kansen gehad; bovendien hadden sommige klasgenoten, die hun studies stopgezet hebben door het gedrag van bepaalde leerkrachten of door financiële moeilijkheden, wellicht kunnen doorgaan. Daar ligt dus mijn vreugde: elke keer dat ik het terrein opga, weet ik dat ik mijn gelijken steun bied.
« Wat ik mooi vind aan mijn werk, is dat ik zelf bewustmaak, dat ik het voorbeeld ben van wat ik aan anderen vraag. Ik ben een levend bewijs van wat ik zeg tegen leerkrachten, opleiders en kinderen: begeleid mensen met een handicap, geef hen wat extra tijd, toon geduld en zorg voor de nodige aanpassingen, en dan kunnen zij net als iedereen volgen, hun eigen brood verdienen en zelfstandig leven. Ze zullen autonome mensen zijn, in staat om deel te nemen aan het maatschappelijke leven en bij te dragen aan de economische vooruitgang. »
De zoektocht naar mijn dromen
Een van mijn dromen was om op een dag te werken voor een internationale organisatie. Zoals je kunt zien, begin ik mijn doelen te bereiken, en dat motiveert me enorm. Ik wil blijven groeien in mijn carrière bij HI of bij een andere organisatie met een humanitaire missie, en werken aan projecten die bijdragen aan de autonomie van uitgesloten personen, waaronder mensen met een handicap. Er zijn zoveel mensen die in extreme kwetsbaarheid leven – het volstaat om buiten Cotonou of Calavi te gaan om dat vast te stellen. Ik wil graag iets op poten zetten om meer mensen in precaire situaties te helpen, in het bijzonder kinderen, jongeren en vrouwen.
Ik ben trouwens bezig met het afronden van een master in kinder- en jeugdbescherming, die ik 's avonds heb gevolgd. Ik moet alleen nog mijn thesis schrijven en verdedigen, waarvoor ik de uitdagingen van de professionele inclusie van jongeren met een handicap bestudeer: het wegnemen van obstakels, het aanpassen van de functie, enz. Want inclusie betekent dat de omgeving zich moet aanpassen aan de persoon met een handicap en niet andersom, zoals nog veel te vaak het geval is.
Boven deze overwegingen stelt mijn werk me in staat om in mijn behoeften en die van mijn gezin te voorzien. Ik ben de vader van verschillende kinderen, en ik hoop dat ze opgroeien in goede gezondheid en op een dag luisterend en dienstbaar zullen zijn voor anderen. Want ook ik ben veel verschuldigd aan de goedwillende mensen die mijn pad hebben gekruist. Religieuzen die veel voor mij hebben gedaan, leraren die in mij geloofden en die me wat meer van hun kostbare tijd gaven. Neven en nichten van mijn leeftijd die me niet in de steek lieten, die me adviseerden en me hielpen om wat geld te verdienen door landarbeid, het kopen en verkopen van kleine artikelen of het maken van bakstenen. Zeer goede vrienden op de middelbare school en de universiteit, die in mij geloofden, waaronder degene die Braille leerde en die tijdens de vakantie bepaalde citaten in Braille vertaalde om ze me bij de start van het nieuwe schooljaar te overhandigen.
«Ik wil alle mensen bedanken die hebben bijgedragen aan wie ik ben geworden: collega’s, vrienden, broers. Ik ben ook zeer dankbaar aan HI, die me de kans heeft gegeven om een van mijn dromen te verwezenlijken. Ten slotte, dank aan degene die heeft besloten om een stukje van de weg samen met mij af te leggen. Ik zou niet zijn wie ik vandaag ben zonder mijn omgeving. »