"Ik hoop ooit weer naar huis te kunnen"
In Mosoel gaan de gevechten door. Reema, die heel slecht te been is, moest tijdens haar vlucht worden voortgeduwd in een rolstoel. In het ontheemdenkamp van Khazer gaan we bij haar langs om revalidatieoefeningen te doen en om een wandelrekje en een aangepaste rolwagen te geven.
In Mosoel gaan de gevechten door. Reema, die heel slecht te been is, moest tijdens haar vlucht worden voortgeduwd in een rolstoel. In het ontheemdenkamp van Khazer gaan we bij haar langs om revalidatieoefeningen te doen en om een wandelrekje en een aangepaste rolwagen te geven.
Wanneer ons team in het Khazerkamp langsgaat bij de tent van Reema, is het haar kleindochter Dhoha die ons tegemoet komt. “U moet mijn oma ontmoeten, ze heeft u nodig”, zegt ze zachtjes. Binnen zit Reema op een dunne matras op de grond. De 72-jarige vrouw heeft diabetes en artritis en kan niet meer stappen. Dhoha gaat naast haar grootmoeder zitten en wrijft over haar rug om haar warm te doen krijgen.
Buiten waait een gure wind. Een klein kacheltje moet ervoor zorgen dat het binnen warmer is dan buiten. Reema vertelt ons intussen haar recente vluchtverhaal. “We zijn te voet uit Gogjali vertrokken. Mijn kinderen en kleinkinderen duwden mijn rolstoel om de beurt voort. Dhoha is constant bij mij en helpt me enorm. Het is erg koud in het kamp, vooral ’s nachts, maar hier hoeven we tenminste niet bang te zijn. De laatste twee jaren waren vreselijk. Er ging geen dag voorbij zonder dat ik weende …”
Wanneer we vragen naar haar gezondheidstoestand, geeft ze aan dat ze zich beter voelt sinds ze in het kamp leeft. “Het lukt eindelijk om te slapen en ik denk dat dat helpt.” Al geeft ze toe dat ze moeite heeft met haar gebrek aan mobiliteit en dat haar knieën constant pijn doen.
Onze kinesitherapeut Salam geeft haar daarom enkele tips die de pijn zullen verzachten. Hij legt ook uit aan Dhoha welke revalidatieoefeningen ze dagelijks met haar oma kan doen. Binnenkort zal hij een aangepaste rolstoel en een looprekje meebrengen voor Reema, zodat ze gemakkelijker uit te voeten kan in het kamp.
Voordat we de tent verlaten, vertrouwt Reema ons nog een wens toe. Ze zou op een dag graag met haar hele familie naar huis kunnen terugkeren. “Dan wil ik weer voor hen kunnen zorgen in plaats van andersom. Lekker eten voor hen maken, daarmee zal ik beginnen.”