Terug uit Pakistan: getuigenissen over de ontzettende omvang van de ramp
"Hulporganisaties hebben ons voedsel gegeven, een tent en een kleine waterpomp zodat we water hebben dat niet vervuild is, maar desondanks ondrinkbaar. We hebben niks om het te koken, en verschillende mensen zijn al ziek. Er zijn veel gevallen van diarree. We hebben nog zakjes ORS (oraal hydratatiemiddel) maar die bewaren we voor de kinderen. Niemand komt naar ons kijken want we wonen te ver en de wegen zijn vernield. We hebben niks voor de heropbouw, het irrigatiesysteem voor onze velden is vernield en we moeten niks verwachten van de twee volgende oogsten. De winter komt eraan en we hebben geen kleren meer."
Pakistan 12-12 zamelde eerste vijf miljoen euro in
"Hulporganisaties hebben ons voedsel gegeven, een tent en een kleine waterpomp zodat we water hebben dat niet vervuild is, maar desondanks ondrinkbaar. We hebben niks om het te koken, en verschillende mensen zijn al ziek. Er zijn veel gevallen van diarree. We hebben nog zakjes ORS (oraal hydratatiemiddel) maar die bewaren we voor de kinderen. Niemand komt naar ons kijken want we wonen te ver en de wegen zijn vernield. We hebben niks voor de heropbouw, het irrigatiesysteem voor onze velden is vernield en we moeten niks verwachten van de twee volgende oogsten. De winter komt eraan en we hebben geen kleren meer."
Dit verhaal van dorpelingen uit Hammza Walli werd opgetekend door Béatrice De Mol, die zich, net als fotografen Kris Pannecoucke en Katrijn Van Giel een tijdje onderdompelden in de werkelijkheid, als getuigen voor Pakistan 1212.
Hun woorden en beelden laten geen twijfel bestaan over de ernst van deze natuurramp. Meer dan 20 miljoen mensen werden door de overstromingen getroffen, waarvan de helft kinderen. Dit aantal overstijgt, los van de dodentol, het aantal mensen dat getroffen werd door de tsunami in 2004 en de aardbeving in Haïti in januari van dit jaar.
Vele gebieden, vooral in de provincie Sindh, staan nog onder water en honderdduizenden mensen worden nog steeds geëvacueerd. Meer dan 1 miljoen mensen verblijven nog steeds in 6.000 opvangkampen. Waar het water zakt, keren de mensen terug, maar hun huizen en bestaansmiddelen zijn weggevaagd. Scholen en infrastructuur bestaan niet meer. Het water heeft landbouwgrond en oogsten vernield, in een land dat ook in normale omstandigheden al kampt met voedselonzekerheid. Zo’n 10 miljoen mensen zijn afhankelijk van externe hulp voor voedsel, drinkbaar water en onderdak. De slachtoffers zijn vaak alles kwijt. Deze ramp is dus verre van voorbij en de impact ervan zal nog decennia lang door de Pakistani worden gevoeld.
Vanwege de enorme omvang van de ramp en noden voor hulpverlening, is de noodhulpperiode verlengd van 3 naar 12 maanden. De Verenigde Naties vervijfvoudigden hun oorspronkelijk oproep tot 1,5 miljard euro om gedurende 1 jaar in de meest dringende noden te kunnen voorzien De hulporganisaties hebben de voorbije dagen eveneens hun financiële noden bijgesteld.
Intussen heeft de oproep van Pakistan 12-12 de kaap van 5 miljoen euro bereikt.