5 - Beto
Deel 5 van de zomerreeks met Didier Demey
Beto | © HI
Angola - 2002
Toen Beto op de mijn stapte, zei de mijn hem het volgende: “Ik laat je in leven als je mij in ruil jouw zicht, je linkerbeen en stukjes huid van je rug en je dijen geeft.” De mijnen in Angola zijn hebberig en voeren hun taak als antipersoonsmijn precies uit zoals het in hun takenpakket omschreven staat. En Beto, die nooit had leren onderhandelen met een landmijn, ging akkoord met het voorstel – hij bleef leven maar verloor zijn ogen, zijn been en flarden huid.
Sindsdien loopt Beto rond met in één hand een aftandse gitaar waarmee hij de bastonen speelt die hij voelt tot in elke vezel van zijn lichaam. Met zijn andere hand houdt hij zijn jongere broer vast, meer omdat hij het leuk vindt dan om begeleid te worden op een terrein dat hij als zijn broekzak kent.
Omdat hij denkt dat het altijd nog erger had gekund, bezingt Beto het lijden van Angola, op het ritme dat zijn broer aangeeft met zijn oud sandaaltje op een plastic flesje. Het gaat zo: "Eu choro o sofrimento de Angola, Eu choro o sofrimento do Bié” en gaat verder in een taal die men spreekt in deze uithoek van Angola leeft en die ik jammer genoeg niet onder de knie heb.