Baanbrekend werk: drones in Tsjaad
Na een periode van 50 jaar gekenmerkt door verschillende conflicten, zijn de Tsjadiërs nog steeds potentiële oorlogsslachtoffers. Het Afrikaanse land telt 100 000 m² grond die mogelijk verontreinigd is door mijnen en andere explosieven. Handicap International (HI) voert al ontmijningsopdrachten uit in Tsjaad, maar zal in 2019 nieuwe detectiemethodes met drones testen om het ontmijningswerk te vergemakkelijken.
Na een periode van 50 jaar gekenmerkt door verschillende conflicten, zijn de Tsjadiërs nog steeds potentiële oorlogsslachtoffers. Het Afrikaanse land telt 100 000 m² grond die mogelijk verontreinigd is door mijnen en andere explosieven. Handicap International (HI) voert al ontmijningsopdrachten uit in Tsjaad, maar zal in 2019 nieuwe detectiemethodes met drones testen om het ontmijningswerk te vergemakkelijken.
Een ware revolutie
De drones, via tablets gekoppeld aan een databank, zullen in de eerste plaats gebruikt worden om kaartinformatie vast te leggen en kaarten met een zeer hoge resolutie te maken. Daarnaast onderzoeken we de haalbaarheid van drones met georadars, om explosieve overblijfselen te detecteren door middel van elektromagnetische golven. Dat wordt een grote uitdaging: tot dusver heeft nog niemand dat voor elkaar gekregen.
“Onze doelstellingen zijn ambitieus, daarom laten we ons omringen door verschillende internationale partners. Zij zullen samenwerken met onze ploeg in Tsjaad en de plaatselijke autoriteiten,” verduidelijkt Xavier Depreytere, drone project manager bij HI.
Minder gevaarlijk, minder duur en sneller
Op dit ogenblik buigt het team zich nog over hoe ze de drones zo doeltreffend mogelijk kunnen maken. Vallen die tests positief uit, dan moet Handicap International de technologie zo snel mogelijk overdragen aan de lokale partners, bevestigt Depreytere: “Als we kunnen zeggen: Ok, met deze technologie is ontmijnen minder duur, minder gevaarlijk, maar ook sneller … dan zullen we met veel plezier die technologie delen met de ontmijningsdiensten in Tsjaad en waarom ook niet in andere landen?”