Goto main content

Het verdrag tegen landmijnen werkt: veel mensenlevens gered

Mijnen en andere wapens

In de tien jaar nadat het 'Mine Ban Treaty' (MBT, Verdrag inzake het Verbod op Landmijnen) van kracht werd, is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het ruimen van antipersoonsmijnen. Toch blijft er nog veel werk te doen, aldus het Landmine Monitor Report 2009: Toward a Mine-Free World, een rapport van de Internationale Campagne tegen Landmijnen dat vandaag wereldwijd voorgesteld wordt.

Landmine Monitor Report 2009

75,000 geregistreerde slachtoffers van landmijnen in de voorbije 10 jaar komt overeen met de bevolking van Kortrijk.

Slachtoffers hebben meer steun nodig. Niet enkele op medisch vlak maar ook psychologische steun en hulp bij het vinden van werk. Ook in afgelegen gebieden moeten de noden van overlevenden in overweging genomen worden.

Donorlanden alsook getroffen landen moeten meer middelen vrijmaken voor de steun aan slachtoffers. Getroffen landen moeten meer dienstverlening zelf uitvoeren.

De toetsingsconferentie in Colombia begin december is cruciaal voor het actieplan voor de komende 5 jaren (2010-2014).

In de tien jaar nadat het 'Mine Ban Treaty' (MBT, Verdrag inzake het Verbod op Landmijnen) van kracht werd, is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het ruimen van antipersoonsmijnen. Toch blijft er nog veel werk te doen, aldus het Landmine Monitor Report 2009: Toward a Mine-Free World, een rapport van de Internationale Campagne tegen Landmijnen dat vandaag wereldwijd voorgesteld wordt.

Het gebruik, de productie en de handel in antipersoonsmijnen zijn wereldwijd drastisch gedaald. Ongeveer 3.200 km2 land is vandaag vrij van mijnen en explosieve oorlogstuigen, en het aantal jaarlijkse nieuwe slachtoffers is sterk gedaald, tot 5.197 geregistreerde slachtoffers in 2008. Toch blijven er nog grote uitdagingen, nu meer dan 70 staten nog altijd mijnen hebben liggen op hun grondgebied en de hulp aan mijnslachtoffers ontoereikend blijft.

Landmijnen dragen een wereldwijd stigma mee", aldus Stan Brabant van Handicap International, één van de uitgevers van de 'Landmine Monitor'. "Antipersoonsmijnen zijn een wapen van het verleden geworden." 80 % van alle wereldstaten hebben het verdrag ondertekend. 39 landen - waaronder China, India, Pakistan, Rusland en de Verenigde Staten - moeten nog toetreden tot het verdrag, al leven de meeste landen de belangrijkste verdragsbepalingen de facto grotendeels na. Myanmar en Rusland zijn de enige staten die nog altijd antipersoonsmijnen gebruiken. Het gebruik ervan door gewapende niet-staatsgroepen daalde van 19 landen in 2001 naar 7 landen in 2008.

De productie is afgenomen, nu 38 landen hun mijnproductie formeel hebben stopgezet, waardoor nog slechts 13 landen overblijven als potentiële producenten. Sinds 1999 zijn er geen aanwijzingen meer van mijnhandel tussen staten. Het voorbije decennium bestond de mondiale handel in antipersoonsmijnen alleen uit een klein aantal illegale transfers.

De afgelopen tien jaar hebben de verdragsstaten 44 miljoen opgeslagen antipersoonsmijnen vernietigd. Ethiopië, Indonesië en Koeweit hadden in 2008-2009 al hun voorraden vernietigd. 86 verdragsstaten hebben dat ondertussen eveneens gedaan, maar drie staten - Wit-Rusland, Griekenland en Turkije - haalden hun vernietigingsdeadlines in 2008 niét en maakten zich in november 2009 nog altijd schuldig aan een ernstige schending van het verdrag.

Sinds 1999 hebben de ruimingsoperaties miljoenen levens gered, door verwijdering van meer dan 2,2 miljoen geplaatste antipersoonsmijnen, 250.000 antivoertuigmijnen en 17 miljoen niet-ontplofte oorlogstuigen. Het gaat in totaal om een gebied dat twee keer zo groot is als Londen (3.200 km²), in meer dan 90 landen en regio's. In 2008 werd via mijnactieprogramma's een gebied geruimd dat even groot is als Brussel (160 km2), meteen het hoogste jaarlijkse ruimingstotaal dat ooit geregistreerd werd door de 'Landmine Monitor'. In 2009 werd Tunesië de 11de verdragspartij die haar ruimingsverplichtingen volledig is nagekomen. Zelfs staten die nog niet zijn toegetreden tot het verdrag, zoals Libanon, Nepal en Sri Lanka, hebben grootschalige mijnruimingsoperaties uitgevoerd.

Toch blijkt het een kolossale uitdaging om te waarborgen dat de verdragsstaten hun in het verdrag vastgelegde mijnruimingsoperaties daadwerkelijk uitvoeren. Volgens Stuart Casey-Maslen van 'Norwegian People’s Aid', uitgever van de 'Landmine Monitor’s Mine Action', "kregen vijftien staten die in 2009 hun deadlines hadden moeten halen, nog eens 10 jaar uitstel om alle mijnen op hun grondgebied te verwijderen, ook al leverden sommige landen zoals het Verenigd Koninkrijk en Venezuela weinig inspanningen om hun oorspronkelijke deadlines te halen". De uitstelverzoeken van nog eens vier verdragsstaten met deadlines in 2009 en 2010 zullen worden geëvalueerd tijdens de Tweede Evaluatieconferentie.

Hoewel het aantal slachtoffers de afgelopen tien jaar is blijven dalen, ligt het totale aantal slachtoffers nog altijd veel te hoog. Tussen 1999 en 2008 registreerde de 'Landmine Monitor' 73.576 slachtoffers in 199 landen/gebieden. Het reële aantal slachtoffers ligt wellicht echter veel hoger, aangezien de gegevensverzameling in veel landen absoluut ontoereikend is. "Het 'Mine Ban Treaty' heeft het afgelopen decennium heel wat levens gered", aldus Jacqueline Hansen, manager van het 'Landmine Monitor’s Program'. "De komende tien jaar moeten nog meer landen hun ruimingsverplichtingen nakomen. Verder moeten de inspanningen om getroffen gemeenschappen te informeren over de gevaren van mijnen worden voortgezet, zodat die willekeurig toeslaande wapens geen mensen meer doden of verwonden."

Van de belangrijkste mijnactiedomeinen heeft slachtofferhulp het voorbije decennium het minst vooruitgang geboekt, want zowel de financiering als de hulpverlening zelf zijn nog altijd ontoereikend", aldus Stan Brabant van Handicap International. "De vooruitgang in de zwaarst getroffen staten was wisselend: sommige landen zijn actief geëngageerd, andere zijn dat nauwelijks. Honderdduizenden mensen hebben meer en betere hulp nodig, en wel nu meteen."

In 2008 ging er in totaal 517,8 miljoen USD internationale steun naar antimijnacties. De fondsen waren afkomstig van 23 landen en de Europese Commissie (EC). De vijf belangrijkste donoren waren: de EC, de VS, Japan, Canada en Noorwegen, de vijf landen die de meeste steun kregen, waren: Afghanistan, Soedan, Irak, Libanon en Cambodja. Sinds 1999 is er al meer dan 4 miljard USD besteed aan de strijd tegen mijnen.

'Landmine Monitor' is het onderzoeks- en controleprogramma van de Internationale Campagne tegen Landmijnen, die de Nobelprijs voor de Vrede won. Sinds 1999 rapporteert 'Landmine Monitor' elk jaar over de humanitaire gevolgen van landmijnen, clustermunities en andere niet-ontplofte oorlogstuigen, en wordt zorgvuldig nagegaan of het 'Mine Ban Treaty' uit 1997 wordt nageleefd. Landmine Monitor Report 2009 rapporteert over verbodsbeleid, ontmijningsacties, slachtoffers, risico-educatie, slachtofferhulp en steun voor mijnruimingsacties in alle landen ter wereld en acht regio's die niet international erkend zijn als staten. Het bevat ook een speciale evaluatie van de vooruitgang die is geboekt sinds het 'Mine Ban Treaty' in 1999 van kracht werd.

Het rapport wordt gepubliceerd vóór de Tweede Evaluatieconferentie van het 'Mine Ban Treaty', de Cartagena-top over een Mijnvrije Wereld, die van 29 november tot 4 december plaatsheeft in Colombia.

'Landmine Monitor' wordt gecoördineerd door een redactieraad waar vijf organisaties deel van uitmaken: Mines Action Canada, Handicap International, Human Rights Watch, Landmine Action en Norwegian People’s Aid. Het is voor ngo's een duurzame en systematische manier om de toepassing van humanitaire en ontwapeningsverdragen te controleren en erover te rapporteren.

Meer over dit onderwerp

Twee jaar noodhulp in Oekraïne
© T. Nicholson / HI
Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

Twee jaar noodhulp in Oekraïne

Handicap International biedt met haar goed uitgebouwde team onder meer revalidatiezorg en psychologische ondersteuning en speelt een belangrijke rol in de verdeling van hulpgoederen.

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal
© A. Stachurski / HI
Mijnen en andere wapens

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal

Vier Mechelse herdershonden krijgen hun laatste trainingen door onze Belgische partnerorganisatie APOPO. Binnenkort gaan ze landmijnen opsporen in de tropische regio Casamance.

12.000 bommen treffen Gaza Mijnen en andere wapens Noodhulp

12.000 bommen treffen Gaza

Langdurigste en hevigste bombardementenreeks in de geschiedenis.