"Een andere job? Dat kan ik me niet meer voorstellen"
Libanon ligt nog steeds bezaaid met landmijnen, een gevolg van de burgeroorlog die woedde tussen 1975 en 1990 en een tweede opflakkering van het geweld in 2006. Rabih maakt er sinds 2013 deel uit van het gespecialiseerde ontmijningsteam van Handicap International (HI).
Rabih sloot zich in 2013 aan bij het ontmijningsteam van HI in Noord-Libanon. | © O. van den Broeck/HI
HI helpt Noord-Libanon te bevrijden van het landmijnengevaar. Rabih en zijn team staan er in voor de ontmijning van 21 dorpen in vier districten. Rabih begon dit werk in 2006, na een nieuwe opflakkering van het geweld. Nadat hij het team van HI ontmoette, besloot hij zich bij onze organisatie aan te sluiten in het noordelijke Bsharridistrict. Hij is een belangrijke schakel in het team, waar hij vijf dagen per week mee samenwoont en –werkt. Ver weg van zijn geboortestreek en familie.
Meer dan een job
“In het begin miste ik mijn familie en vrienden heel erg. Maar de andere ontmijners waren zo vriendelijk, dat ik me al snel niet meer alleen voelde. Dit team is mijn tweede familie geworden. Zelfs als we ergens anders naartoe zouden gegaan zijn, zou ik volgen. Een andere job doen, kan ik me niet voorstellen. Dit zit me in het bloed,” verklaart Rabih.
Zwaar werk in bergachtig gebied
De ontmijningsoperaties in het noorden verschillen van die in het zuiden. Vooral de winters, want de weeromstandigheden in het bergachtige gebied van Bsharri zijn uitdagend en er valt veel sneeuw. Rabih beaamt dat: “De mijnenvelden zijn bevroren. Dat maakt het werk veel zwaarder. Je moet je voortdurend bewust zijn van de gevaren om een ongeluk te vermijden.” Maar er is nog een verschil tussen noord en zuid: de antipersoonsmijnen in het zuiden werden in de jaren ’80 gelegd en liggen nu verborgen in het kreupelhout. In het noorden liggen ze er nog niet zo lang en kan je ze met het blote oog spotten.
Vrede installeren in het dorp
“Wat wij doen, noemt humanitair ontmijnen. We doen dit om te voorkomen dat kinderen, vrouwen, mannen en zelfs dieren gewond raken. Het maakt me zo gelukkig wanneer ik een mijn vind!” bekent de stoere maar minzame man.
Eens hun werk in de regio erop zit, hoopt onze expert dat het leven opnieuw haar gewone gangetje zal gaan voor de dorpsbewoners, dat ze hun huizen heropbouwen en het land bewerken zonder bang te zijn. In de toekomst zou de regio met prachtige bossen en bergen zelfs natuurliefhebbers kunnen lokken. Rabih verwoordt het zo: “Het is een perfecte plek om te kamperen. De natuur hier is uitzonderlijk.”