De realiteit van een 18-Jarige in Noord-Kivu: leven met de gevolgen van een bom
Net als veel andere mensen in Noord-Kivu is Espoir slachtoffer van het conflict in de Democratische Republiek Congo. Na een bomaanval verloor hij zijn been en moest hij zijn stad ontvluchten. Dankzij zijn nieuwe prothese kan hij nu opnieuw dromen en werken aan zijn toekomst.
Espoir Bushoko Prince, 18 jaar, met zijn nieuwe prothese in Goma. | © E. N’Sapu / HI
Espoir Bushoko Prince, 18 jaar, komt uit Kitshanga, een stadje 85 km ten noordwesten van Goma. Het leven in een gebied dat al jarenlang geteisterd wordt door conflicten heeft zware gevolgen voor de mensen daar, zoals we zien in het verhaal van Espoir. Maar ondanks alles wat hij heeft doorgemaakt, is hij het levende voorbeeld van zijn naam: hij blijft vooruitkijken en is vastbesloten om zijn toekomst op te bouwen.
Angst om te sterven
Het was een dag zoals alle andere. Op een ochtend in 2022 gaanEspoir en zijn vrienden naar het platteland. Onderweg is het gezellig, ze lachen en maken grappen. Het zijn jonge mensen zonder zorgen, blij om samen te zijn. Maar hun geluk is van korte duur: ze worden geconfronteerd met de gevaarlijke gevolgen van oorlog.
Op de hoek van een veld, stappen Espoir en zijn vrienden op een bom, een overblijfsel van de gevechten met een gewapende groep. De explosie is zo krachtig hij zijn rechterbeen verliest. In shock wordt Espoir met spoed naar het ziekenhuis gebracht.
"Die dag waren we met z'n zessen. Toen de bom ontplofte, waren drie van mijn vrienden op slag dood, twee anderen verloren hun armen en benen. Ik verloor mijn been" , herinnert Espoir zich.
Espoir’s ellende was nog niet voorbij. Midden 2023, terwijl zijn ouders op het veld werkten, werd hij plotseling opgeschrikt door geschreeuw en geweerschoten. Buiten was het totale chaos: een gewapende groep viel Kitshanga binnen en richtte een ravage aan. Overal vlogen kogels, bommen regenden naar beneden, en iedereen zocht wanhopig een schuilplek. Espoir vluchtte meteen met zijn broers en zussen, hopend ergens een veilig onderkomen te vinden.
"Voor we het kamp voor ontheemden bereikten, hebben we drie dagen gelopen, zonder te weten waar we heen gingen. Tijdens de vlucht zag ik hoe de anderen steeds verder voor me uit liepen, terwijl ik zelf achterbleef. Ik was doodsbang en dacht dat ik zou sterven door het geknetter van kogels en de explosies."
Die drie dagen waren een uitputtingsslag. Honger, dorst en de pijn van zijn amputatie maakten elke stap zwaarder. Toch wist Espoir dat stoppen geen optie was. Samen met zijn broers en zussen bereikte hij uiteindelijk het kamp in Rusayo, een buitenwijk van Goma. Daar vonden ze eindelijk een beetje rust, al bleef de onzekerheid knagen: wat was er gebeurd met hun ouders, en wat zou er nu met hen gebeuren?
Een boodschap van hoop
Kort na zijn aankomst in het kamp van Rusayo hoort Espoir over Handicap International. De organisatie werkt samen met het Centrum voor Personen met een Lichamelijke Handicap (CHP) in Goma en biedt driewielers, krukken en protheses aan voor mensen met een lichamelijke handicap die ontheemd zijn, evenals voor anderen in de regio. Espoir raakt al snel aan de praat met de teams van Handicap International, die zijn situatie en behoeften evalueren.
"Een week later regelde Handicap International alles en kreeg ik mijn prothese. Vandaag voel ik me beter. Toen de bom mijn been wegnam, studeerde ik nog maar net, en toen ik geamputeerd werd, dacht ik dat mijn leven voorbij was. Maar sinds ik mijn prothese heb, kan ik mijn studie weer voortzetten."
Espoir zet zich voluit in voor zijn studies en doet dit met veel enthousiasme. Als je hem nu vraagt waar zijn dromen over gaan, glimlacht hij en antwoordt:
"Mijn droom is om dokter te worden, zodat ik mensen kan helpen, een salaris kan verdienen, goed kan eten en een beter leven kan leiden."