Eén jaar na de ontploffing in Beiroet
In augustus 2020 stond Zeina aan het hoofd van het noodteam van HI in Beiroet. Een jaar na de explosie beschrijft ze de huidige situatie in de Libanese hoofdstad
De skyline van Beiroet in maart 2021. | © Kate Holt / HI
Een jaar na de ontploffing in Beiroet op 4 augustus heerst er chaos in Libanon:
De sociaaleconomische crisis heeft een zware impact op gezinnen. Libanon beleeft één van de 10 ergste financiële crisissen sinds het midden van de 19de eeuw[1]. De Libanese pond bereikte een recorddieptepunt van 15.000 pond per dollar – 18 maanden geleden was het nog 1500 pond per dollar. De helft van de bevolking zit onder de armoedegrens, en kampt met brandstoftekorten en sterk stijgende voedselprijzen. Bijna alles, van voedsel tot medicatie, is duur of onbetaalbaar. Voeg daarbij de gevolgen van de COVID-19 pandemie, met een recente heropflakkering door de Indische variant, en je krijgt een heel somber beeld van het Libanon van vandaag. De bevolking voelt woede, wanhoop en angst. Mensen moeten elke dag worstelen om aan hun basisnoden te kunnen voldoen.
Toegang tot medicatie en gezondheidszorg
De werkloosheidscijfers zijn sterk gestegen de voorbije maanden. Zowel winkels als markten sloten, waardoor voedsel en medicatie nog moeilijker te verkrijgen zijn, bovenop de stijgende prijzen.
Veel apotheken of gezondheidscentra bewaren liever hun voorraad, om ze nadien te verkopen aan hogere prijzen, of wanneer de beurs gunstiger is voor hen. Daarbovenop is de regering gestopt met het subsidiëren van veel producten, zoals brandstof of luiers, wat resulteert in nog hogere prijzen.
Toegang tot voedsel
Veel gezinnen hebben het aantal maaltijden per dag verminderd. Ze hebben ook hun maaltijden aangepast, zodat die minder vlees, zoals kip, bevatten, en meer groenten en zaden, die goedkoper zijn. Veel mensen gebruiken hun gsm’s niet meer maar gebruiken in de plaats daarvan alleen online apps zoals WhatsApp, wat minder duur is.
Een bevolking die afhankelijk is van ngo's
Meer en meer mensen zoeken hulp van buitenaf, ze zoeken liever hulp bij ngo's dan bijvoorbeeld bij een openbaar ziekenhuis. Er is ook een duidelijk wantrouwen voor het COVID-vaccin dat gepromoot wordt door de regering.
Het aantal verzoeken om humanitaire hulp is toegenomen, zoals een stijging van 35% van het aantal patiënten dat een beroep doet op onze diensten voor revalidatiezorg of geestelijke gezondheidszorg in de opvanggemeenschappen. Waar onze vorige patiënten vooral Syrische vluchtelingen waren, zien we vandaag meer en meer Libanese burgers die gebruik maken van de diensten van Handicap International in Libanon. We ontvangen vandaag ook meer kinderen en zorgpersoneel. Er is een zodanige stijging van bezoekers geweest dat we verplicht werden om mensen op wachtlijsten te zetten.
De impact van 4 augustus
De explosie in Beiroet op 4 augustus heeft nog altijd een zichtbare impact op de gezondheidsinfrastructuur. Veel centra zijn nog niet volledig herstel en ondervinden er nog altijd de gevolgen van de explosie, zoals een beperkte capaciteit om tegemoet te komen aan gezondheidsvragen. We zagen ook een toename van positieve COVID-19 gevallen vlak na de explosie.
Sommige mensen konden nog steeds niet naar huis terugkeren, omdat ze hulp nodig hebben om hun huizen herop te bouwen, alhoewel dit aantal sterk verminderd is. Mensen die rechtstreeks getroffen waren door de explosie moeten nog altijd herstellen van het psychologische trauma dat ze hierdoor opliepen.
Humanitaire behoeften
Als gevolg van de crisis is de belangrijkste prioriteit nu het verlenen van toegang tot voedsel. We hebben dit nog nooit meegemaakt in Libanon. Dit kan spanningen opwekken met Syrische vluchtelingen die bijvoorbeeld financiële bijstand ontvangen van humanitaire organisaties. Sommige mensen zullen zeggen dat dit niet eerlijk is. Ze beschuldigen de Syrische vluchtelingen er ook van dat ze jobs inpikken… Veel kinderen zijn gestopt met school om hun gezin te onderhouden, en het aantal mensen dat op straat bedelt, is drastisch toegenomen.
Onze respons op de explosie van 4 augustus in Beiroet
HI en zijn partnerorganisaties voorzagen deur-aan-deur psychologische hulp (PSO) aan 2,711 mensen in door de explosie getroffen gebieden - vooral Bouja Hammound, Al Basta en Carantina. De veldteams zorgden ervoor dat alle beoogde slachtoffers gesensibiliseerd werden over COVID-19 en beschermingsmaatregelen.
In het kader van de psychologische ondersteuning identificeerde het team de noden en prioriteiten van de mensen en verwees hen vervolgens door naar de juiste diensten die door het project verleend worden (hierboven vermeld), of naar externe hulp om het best tegemoet te komen aan hun basisbehoeften.
- 703 mensen konden genieten van gezamenlijke PSS activiteiten.
- 690 mensen (429 getroffen door de explosie + 261 verzorgers) hebben gebruik gemaakt van algemene revalidatiediensten:
- 395 mensen kregen functionele revalidatie (fysiotherapie, ergotherapie en/of logopedie)
- 190 mensen kregen ondersteuning op vlak van mentale gezondheid
- 261 verzorgers kregen een praktische vorming
- 360 mensen ontvingen toestellen / middelen voor specifieke behoeften of verbandkits.
- 1,003 begunstigden werden doorverwezen naar externe diensten, hoofdzakelijk voor financiële hulp, voedsel, onderdak en medische bijstand.
- 1,396 gezinnen ontvingen hygiënekits.
- 14 mensen kregen posttraumatherapie.