Hulporganisaties in en rond Syrië zitten op tandvlees
Vele Syrische vluchtelingen die in de verschillende landen van de regio buiten de kampen leven, glippen door de mazen van het opvangnet dat ze zo dringend nodig hebben. Dat zeggen vijf grote internationale hulporganisaties vandaag in een gezamenlijk statement.
80% van vluchtelingen leeft buiten de kampen en onder de radar
Vele Syrische vluchtelingen die in de verschillende landen van de regio buiten de kampen leven, glippen door de mazen van het opvangnet dat ze zo dringend nodig hebben. Dat zeggen vijf grote internationale hulporganisaties vandaag in een gezamenlijk statement.
De mensen leven in winkelcentra, in lege garages of onder een zeildoek op braakliggend terrein. Ze hebben weinig of niets en worstelen om te overleven. Velen vallen door de mazen van het net. De VN noemde dit de grootste vluchtelingencrisis sinds de genocide in Rwanda van 1994. “We moeten zorgen dat de vluchtelingen hulp krijgen, waar ze zich ook bevinden”, zegt Oxfam.
Syrische vluchtelingen buiten de kampen leven her en der verspreid in de buurlanden. Volgens vijf internationale hulporganisaties ontberen zij elke levensnoodzakelijke hulp.
1,4 miljoen mensen of 80 % van alle Syrische vluchtelingen leven in tenten, tijdelijke nederzettingen of overbevolkte en dure huurwoningen. Volgens CARE International, Oxfam, Danish Refugee Council, Handicap International en World Vision is de internationale hulpverlening niet in staat deze omvangrijke crisis te beantwoorden.
De buurlanden kunnen het grote aantal vluchtelingen nauwelijks aan. In Libanon bestaat een vierde van de bevolking uit vluchtelingen, ze leven verspreid over ten minste 1.200 plaatsen. Welgeteld 131.000 van het half miljoen vluchtelingen dat naar Jordanië trok, woont in het Zaatari vluchtelingenkamp. Veel vluchtelingen en dan vooral de mensen die naar de steden in de regio trokken, vinden slechts met grote moeite informatie over de diensten die hen hulp zouden kunnen bieden.
Massale respons nodig
“De mensen leven in winkelcentra, lege garages of onder een zeildoek op braakliggend terrein. Ze hebben weinig of niets en worstelen om te overleven. Velen vallen door de mazen van het net. Het einde van het Syrische conflict is niet in zicht, het kan enkel maar erger worden. De VN noemde dit de grootste vluchtelingencrisis sinds de genocide in Rwanda van 1994. We moeten zorgen dat de vluchtelingen hulp krijgen, waar ze zich ook bevinden”, zegt Colette Fearon, manager van Oxfam’s Syriëprogramma.
De hulporganisaties vragen een grotere inspanning van de donorlanden om meer geld te vinden waarmee de humanitaire respons kan opgevoerd worden.
- Vooral Jordanië en Libanon, die samen meer dan een miljoen vluchtelingen opvangen, hebben het moeilijk. Er is meer steun nodig voor de overheden en gemeenten waarvan de basisvoorzieningen door het intensieve gebruik zwaar onder druk staan.
- Daarnaast hebben 7 miljoen mensen of een derde van de bevolking in Syrië zelf dringend hulp nodig.
Huren 200% duurder
Omdat zoveel mensen het conflict ontvluchten, trachten de vluchtelingen op alle mogelijke manier onderdak te vinden. Velen bezitten slechts de kleren die ze aanhebben. Ze moeten hulp krijgen om voedsel te kopen, drinkwater te vinden en een dak boven het hoofd.
Gezondheidszorg is voor velen een onbetaalbare luxe geworden. Voor gekwetste mensen kan de situatie dramatisch worden omdat hun toestand snel kan verergeren. Kwetsbare groepen zoals bejaarden, gehandicapten en chronisch zieken beschikken niet over basisdiensten, tenzij organisaties zoals Handicap International deze aanbieden.
Volgens World Vision is huren in bepaalde delen van Libanon op zes maanden tijd 200 percent duurder geworden. Huurprijzen zijn gestegen, maar de werkaanbiedingen en de lonen volgden niet. Sommige jobs zijn verboden voor vluchtelingen in Libanon en het werk dat ze krijgen wordt doorgaans slecht betaald en biedt geen enkele zekerheid. Sommige organisaties zoals CARE International en Oxfam bieden cash hulp aan zodat vluchtelingen de huur kunnen betalen. Maar dat is slechts een tijdelijke oplossing.
“De mensen hebben Syrië met lege handen verlaten en proberen een nieuw leven op te bouwen. Maar alles is duur en sommigen steken zich steeds meer in de schulden om te overleven”, zegt Hugh Fenton, Regionaal directeur voor Noord-Afrika en het Midden-Oosten van Danish Refugee Council.
“Tot nu toe schiet de internationale respons te kort om aan de basisbehoeften van de meeste vluchtelingen te voldoen. Daardoor riskeren zij het nog moeilijker te krijgen en nog meer te lijden. Het is belangrijk dat donorlanden een grotere inspanning leveren en meer financiële middelen voorzien zodat hulporganisaties hun inspanningen kunnen opvoeren. Aangezien zowel het aantal vluchtelingen als hun noden toenemen, moet de internationale gemeenschap meer doen om het tekort aan middelen op te vullen. Doet zij dit niet, dan riskeren we een catastrofe.”
Volgens de hulporganisaties zullen de slechte leefomstandigheden ook gevolgen hebben voor de gezondheid van de vluchtelingen. Zelfs wie onderdak huurt, beschikt vaak niet over waterleiding, een afzonderlijk toilet of badkamer. Wie in een tent woont, moet gebruik maken van beperkte sanitaire voorzieningen, met het risico ziek te worden gezien de temperaturen dikwijls boven de 40°C gaan. In Jordanië heeft meer dan een kwart van de vluchtelingen in de regio Mafraq geen toegang tot drinkwater. Sommige kinderen die in een tentenkamp in West Balqa leven, konden slechts om de 10 dagen een bad nemen.