Mijn handicap is geen hindernis
Eugénie Kabeya is modeontwerpster en behoort tot de meest gevraagde kleermaaksters van Kinshasa. Ze woont in Banalungwa, een van de 24 gemeenten van de hoofdstad. Al sinds haar vijfde heeft de dynamische Eugénie een handicap als gevolg van polio. In haar naaiatelier in het hartje van Kinshasa leven vier generaties onder één dak. En ondanks haar handicap zorgt Eugénie elke dag voor de zes mensen die bij haar inwonen.
Eugénie Kabeya is modeontwerpster en behoort tot de meest gevraagde kleermaaksters van Kinshasa. Ze woont in Banalungwa, een van de 24 gemeenten van de hoofdstad. Al sinds haar vijfde heeft de dynamische Eugénie een handicap als gevolg van polio. In haar naaiatelier in het hartje van Kinshasa leven vier generaties onder één dak. En ondanks haar handicap zorgt Eugénie elke dag voor de zes mensen die bij haar inwonen.
Hoe bent u kleermaakster geworden en sinds wanneer bent u dat?
Door mijn handicap vond ik maar moeilijk werk. Ik kan me niet verplaatsen en moest dus een beroep vinden waarbij ik kan zitten. Daarom heb ik zes jaar les gevolgd aan het vormingscentrum Kikesa. Intussen ben ik al minstens twintig jaar kleermaakster.
Wat vindt u zo boeiend aan uw beroep?
Stoffen snijden, ontwerpen, patronen maken, modellen aanpassen: dat doe ik graag. Ik hou van het creatieve aspect van mijn beroep!
Is uw handicap een hindernis?
Door mijn beroepsernst is mijn handicap nooit een hindernis geweest. Ik kom op tijd op afspraken en ik zorg ervoor dat mijn werk op het afgesproken moment af is.
Hoe gaat het er in uw atelier aan toe?
Ik heb een vijftiental stagiairs, die ik hier in mijn atelier opleid. Ze zijn allemaal tussen 25 en 35 jaar. Per dag werken we ongeveer vijftien kledingstukken af, voor alle lagen van de bevolking van Kinshasa. Ik naai zelfs voor de vrouwen van politici, kolonels of de gouverneur.
U bent een bekend figuur in de modewereld van Kinshasa en neemt het op voor mensen met een handicap. Aan welke evenementen neemt u zoal deel?
In Kinshasa neem ik regelmatig deel aan evenementen die ik al dan niet zelf organiseer. Onlangs was er op 8 maart, de Dag van de Vrouw, een modeshow in het hotel Vénus. Dat werd georganiseerd door de Congolese Federatie voor Personen met een Handicap. Daarnaast heb ik zelf een modeshow georganiseerd op 3 december, de Internationale dag van personen met een handicap.
Voor dat soort activiteiten, die in het teken staan van mensen met een handicap, heb ik al verschillende onderscheidingen gekregen. In 2006 kreeg ik van het ministerie van sociale zaken een onderscheiding voor een actie op 3 december en in 2009 van de Christ Business Selection voor de “femmes travailleuses du Congo”. In 2010 ten slotte ontving ik de prijs “Femmes qui travaillent et qui réfléchissent” van Longa Mama d’Excellence.
U werkt vaak met modellen met een handicap. Vanwaar die keuze?
Ik wil een steun in de rug zijn voor meisjes met een handicap, hen moed geven en aan de buitenwereld tonen wat ze kunnen. Die meisjes kunnen doof zijn, een arm missen of problemen hebben om te stappen. Dan maak ik kleren die zijn afgestemd op hun handicap, zodat ze gemakkelijk over de catwalk kunnen wandelen en hun handicap wat kunnen verstoppen...
Welke boodschap hebt u voor jonge meisjes met een handicap in Congo?
Zo’n meisje zeg ik dat ze de moed niet mag laten zakken. Ze moet zich er bewust van zijn dat ze iets kan doen zodat ze voor zichzelf kan zorgen en onafhankelijk kan zijn. Elk meisje is immers in staat om bij te leren, volgens haar mogelijkheden en middelen.