België was het eerste land ter wereld dat een verbod op clusterbommen en clustermunitie invoerde in 2006. Hierdoor heeft het land een dynamiek op gang gebracht, die heeft geleid tot het bannen van clustermunitie door 119 landen. Maar volgens het nieuwe rapport van de Cluster Munition Monitor worden clusterbommen nog steeds gebruikt in conflictgebieden en blijkt dat clusterbommen almaar vaker worden gebruikt in Jemen en Syrië. “De wapens doden, verwonden of verminken en veroorzaken ernstige psychologische trauma's. Tot 40% van de clustermunitie komt niet tot ontploffing bij impact, waardoor hele gebieden onbewoonbaar worden”, zegt Jean Van Wetter. In de aanloop naar de conferentie rond het Verdrag van Oslo in Genève, roept Handicap International de strijdende partijen op om onmiddellijk af te zien van het gebruik van clustermunitie.
Burgers zijn het slachtoffer
In 2015 waren 97% van de slachtoffers burgers. In 36% van de gevallen ging het om kinderen. Volgens de onderzoekers van de Cluster Munition Monitor wordt vrijwel dagelijks melding gemaakt van nieuwe aanvallen met clusterbommen in Syrië. Een groot aantal aanvallen vindt plaats op dichtbevolkte gebieden, markten, scholen en ziekenhuizen. Die bommen doden en verwonden niet alleen mensen tijdens de aanvallen zelf, maar maken net als mijnen ook nog lange tijd na een conflict slachtoffers. “Het herhaalde gebruik van clusterbommen in Syrië en Jemen wijst erop dat er helemaal geen rekening wordt gehouden met de burgers”, vertelt Alma Al-Osta, wapenexpert en lobbyist bij Handicap International. “In bepaalde gevallen zijn die burgers zelfs het doelwit.”