Goto main content

We Move Together met Christophe

Ontdek hier de uitgeschreven podcast van Christophe Van Geel, revalidatiespecialist bij Handicap International. Hij vertelt je alles wat je moet weten over loophulpmiddelen en de moeilijkheid om ze in sommige landen op de kop te tikken.

 

 

Junior: Dag Christophe Van Geel. Welkom.

 

Christophe: Dankjewel.

 

Junior: Kan jij jezelf in een paar woorden voorstellen?

 

Christophe: Zeker, ik ben dus Christophe Van Geel. Ik word dit jaar 50 jaar. Ik ben getrouwd en ik heb drie kinderen; drie jongens en ik woon in de Naamse hoogvlakte.

 

Junior: Namen! Het is daar mooi!

 

Christophe: Zeker, het is een zeer mooie stad.

 

Junior: Wat heb jij in je jonge jaren gestudeerd, en vooral: waarom?

 

Christophe: Ik heb een diploma in kinesitherapie en ik wou tijdens mijn studies al in de humanitaire sector werken. Later ik heb nog wat bij gestudeerd en ik ben nu ook orthopedisch technicus. Ik kan dus ook protheses en orthoses maken, wat een zeer goede aanvulling is op mijn studie kinesitherapie.

 

Junior: En na je studies ?

 

Christophe: Na mijn kiné-studies ben ik voor Handicap International beginnen werken, dat was in 1994. Daarna ben ik verhuisd naar het hoofdkantoor in Brussel, daar was ik de technische consultant voor alles wat met revalidatie te maken heeft. Later, na mijn studies voor orthopedisch technicus, heb ik in België meerdere jaren als zelfstandige gewerkt. Ik was gespecialiseerd in orthoses en protheses voor kinderen met meerdere handicaps. Maar ik ben altijd heel nauw verbonden gebleven met HI, ik zat in de Raad van Bestuur of de Algemene Vergadering. En dan uiteindelijk, in 2016, ben ik terug gekeerd naar de hoofdzetel van HI. En hier zit ik nog steeds.

 

Junior: Wat doe je vandaag precies voor HI?

 

Christophe:Ik ben hier revalidatiespecialist en ik geef advies en technische ondersteuning aan de teams die op het terrein revalidatieprojecten opstarten. Intern ben ik ook de referentiepersoon voor alles wat te maken heeft met technische ondersteuning, zeker als het gaat over apparaturen die de mobiliteit van mensen verbeteren en die zorgen voor een betere houding van kinderen met meerdere handicaps.

 

Junior: Dat is een indrukwekkend parcours bij HI. Is er één aspect van je werk, of één verhaal dat je vandaag met ons wil delen?

 

Christophe: Wel, ik zou het graag hebben over een jongen die ik vorig jaar in april heb ontmoet in N’Djamena, in Tsjaad. Ik was daar toen omdat ik een opleiding moest geven over technische hulpmiddelen. Toen heb ik Ibrahim ontmoet. Hij was een van de patiënten die we tijdens die opleiding zagen. Ibrahim was 12 jaar. Hij ging niet naar school en hij was erg afhankelijk van zijn ouders.
Eigenlijk was Ibrahim de exacte kopie van Alexis, een patiënt van mij hier in België. Ze lijken op heel vlakken op elkaar: ze hebben dezelfde leeftijd en dezelfde handicaps.
Het grote verschil? Wel, dat is de revalidatiezorg waar de twee beroep op kunnen doen. In Tsjaad is die niet zoals in België. Hier is het veel makkelijker om aan technische hulpmiddelen te geraken.

 

Junior:« Technische hulpmiddelen », wat bedoel je daar precies mee ?


Christophe: Dat is eigenlijk een onderdeel van wat de Wereldgezondheidsorganisatie ‘assistentie-technologie’ noemt. Dat zijn hulpmiddelen die de autonomie van mensen bevorderen en dus wezenlijk bijdragen aan hun welzijn.

De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat er wereldwijd liefst 1 miljard mensen nood hebben aan een technisch hulpmiddel. In 2030 gaat dat cijfer oplopen tot 2 miljard. Dat is echt gigantisch.

We hebben het dan over hoorapparaten, rolstoelen, communicatiehulpmiddelen, brillen, prothèses,  pillendoosjes ... Vandaag heeft slechts 10 procent van de mensen die dit nodig hebben toegang tot dit type van technische hulpmiddelen.

 

Junior: Zijn er meerdere soorten “technische hulpmiddelen” die de mobiliteit bevorderen?

 

Christophe: Zo’n hulpmiddel zorgt er voor dat de gebruiker zijn of haar bestaande mobiliteit kan behouden, of dat er een zogenaamde nieuwe mobiliteit ontstaat.  We kunnen twee grote categorieën onderscheiden. Er  zijn de eenvoudige loophulpen zoals wandelstokken, krukken en looprekken. En er zijn de hulpmiddelen op wielen, zoals een rolstoel, een driewieler of een rollator.

 

Junior: Hoe belangrijk zijn deze loophulpen in het dagelijkse leven van de mensen die Handicap International steunt?

 

Christophe: Ze zorgen ervoor dat mensen waardig kunnen leven. Dat hun gezondheid verbetert. Dat ze onafhankelijk kunnen zijn en kunnen deelnemen aan het openbare leven, dat ze een opleiding kunnen volgen en werk kunnen zoeken.
Alexis en Ibrahim bijvoorbeeld hebben allebei een hulpmiddel op wielen gekregen, namelijk een rolstoel, helemaal op maat en aangepast aan hun specifieke noden. Ibrahim had dit niet gehad zonder de technische en financiële steun van HI. En het is o zo belangrijk. Want dankzij die aangepaste rolstoel met orthopedisch corset kunnen beide jongens op een correcte manier zitten, in alle comfort. En ze kunnen zich verplaatsen. Dat betekent dat ze kunnen deelnemen aan het familiale en sociale leven.

 

Junior: Hoe worden deze hulpmiddelen gefabriceerd?  

 

Christophe: Ofwel worden ze in het buitenland geproduceerd en dan geïmporteerd in het land waar we onze projecten hebben, ofwel worden ze lokaal geproduceerd. HI probeert, om in de mate van het mogelijke, materialen te gebruiken die ter plekke te verkrijgen zijn.  Prothèses en orthoses bijvoorbeeld worden meestal lokaal gemaakt.  Maar als dat niet mogelijk is moeten we onderdelen of afgewerkte producten importeren. Voor Ibrahim in Tsjaad en Alexis in België komen de rolstoelen uit een fabriek, maar het orthopedisch corset dat hen helpt om rechtop te zitten, is ter plaatste gemaakt.

 

Junior: HI produceert zoveel mogelijk ter plaatse. Doet de organisatie nog iets om de ecologische voetafdruk te beperken? Om bijvoorbeeld afval tijdens de productie van al die hulpmiddelen te beperken?

 

Christophe: We zijn hier op de hoofdzetel een recyclage-systeem aan het uitdokteren zodat we bepaalde onderdelen van de protheses kunnen hergebruiken. Dat betekent dat we gebruikte protheses uit elkaar halen en nagaan of we sommige onderdelen niet kunnen hergebruiken. Anders zouden die gewoon in de vuilnisbak belanden.

Hierdoor ontstaat er een heuse circulaire economie. Wij sorteren en verminderen de afvalberg en de onderdelen die nog in goede staat belanden bij onze partnerorganisaties gestuurd die er nieuwe apparatuur mee maken. En zo wint iedereen.

 

Junior: Ik veronderstel dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zo’n hulpmiddel op de kop te tikken. Wat zijn zo de belangrijkste hindernissen?

 

Christophe: In veel landen in ontwikkeling moet de patient zelf betalen voor zijn medische zorg. Die financiële drempel is de belangrijkste reden dat mensen niet kunnen genieten van de revalidatiezorg die ze nodig hebben. Bovendien is dit vaak in landen waar de noden op dat vlak het hoogst zijn. Voor personen met een handicap ligt dat financiële aspect nog moeilijker, want bovenop gewone zorg heeft die persoon nog specifieke noden die veel geld kosten, denk aan rolstoelen, krukken, protheses. Die mensen hebben dus veel meer kans om - door hun medische situatie - in armoede terecht te komen.

 

Junior: Wat kan HI hier doen om te helpen?

 

Christophe: We hameren erop, bij onze partnerorganisaties en bij onze patiënten, dat er altijd en overal wel een instantie is die kan betalen voor die hulpmiddelen. Want binnen de revalidatiezorg is vooral het orthopedisch materiaal erg duur. In sommige van onze projecten lanceren we het principe van de derde betaler. Dat betekent dat HI, zolang het project loopt, rechtstreeks de partner betaalt die zorgt voor de kiné en voor de fabricatie of de import van de hulpmiddelen. Op die manier kunnen wij de toegang tot revalidatiezorg garanderen.

Maar dat is een tijdelijke oplossing, het is nooit de bedoeling dat dit zo blijft.

Voor veel overheden, en vooral in landen waar het totale budget voor gezondheidszorg beperkt is, wordt revalidatiezorg niet echt gezien als een prioriteit. In onze projecten ziet daarom vaak een luik ‘lobbywerk’. We geven onze partners ter plaatse de tools om hun eigen overheden te informeren en vooral te beïnvloeden zodat zij revalidatiezorg toegankelijk maken voor iedereen.

Alexis en zijn ouders zijn geholpen dankij de Belgische sociale zekerheid die - kleine reminder - tot de beste ter wereld behoord. De rolstoel en het orthopedisch corset zijn zo grotendeels betaald door de gemeenschap. In Tsjaad daarentegen staat de sociale zekerheid nog niet op punt. Daarom heeft HI de kosten voor de hulpmiddelen voor Ibrahim op zich genomen.

 

Junior: Zijn er naast de financiële barrière nog hindernissen waardoor het voor sommige patiënten moeilijk is om aan hun hulpmiddelen ter geraken?

 

Christophe: Er is een belangrijk geografisch aspect dat zorgt voor ongelijkheid. In afgelegen gebieden, ver van de stedelijke centra, is het voor mensen met een handicap veel moeilijker om aan die hulpmiddelen te geraken of om goede professionele begeleiding te vinden. Vaak moeten zijn een traject van vele uren, soms zelfs dagen afleggen, om in een centrum te geraken. In Tsjaad bijvoorbeeld stelt het openbaar vervoer niet veel voor en privé-transport is duur voor wie van het platteland naar de hoofdstad moet.

Een andere moeilijkheid is dat er in veel van onze interventielanden weinig medische professionals zijn die werden opgeleid in de revalidatiezorg.

 

Junior: Wat doet HI om deze obstakels aan te pakken?

 

Christophe: We geven heel vaak opleidingen, dat heb ik bijvoorbeeld gedaan in Tsjaad. Zo kunnen we de kwaliteit van de service in de centra waarmee we samenwerken verbeteren.

In sommige situaties neemt HI een deel van de transportkosten op zich zodat de patiënten zich niet inhouden om naar de centra te komen.

Daarnaast maken we gebruik van moderne technologieën. HI heeft bijvoorbeeld open source software ontwikkeld waarmee je afstand multidisciplinaire revalidatiezorg kan aanbieden. Het is een app met de naam OpenTeleRehab. In Vietnam wordt daar al volop gebruik van gemaakt. We testen ook of we protheses kunnen maken met een 3D-printer.

Al deze initiatieven hebben hetzelfde doel; kwalitatieve revalidatiezorg toegankelijk maken voor iedereen en zorgen dat alle Ibrahims en Alexis van deze wereld in hun dagdagelijkse leven gebruik kunnen maken van technische hulpmiddelen. Het is een immers een basisrecht dat is opgenomen in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.

En HI kan dit allemaal realiseren dankij uw steun aan de organisatie.

 

Junior: Christophe, bedankt voor al deze info. Super interessant! Ik wens jou nog een prettige dag.

 

Christophe: Graag gedaan. Ik moet jou bedanken.

 

Junior: Tot ziens, Christophe.