“Inheemse gemeenschappen bedreigd door geweld”
In Bajo Cauca in Colombia herbergen zich goudmijnen en floreert de drugshandel. Gewapende groepen bekampen er elkaar om het strategische gebied onder controle te krijgen en drijven hierdoor de inheemse bevolking in het nauw. Valery Possada, communicatie- en veiligheidsverantwoordelijke voor Handicap International in Colombia, geeft uitleg bij de situatie en het project dat Handicap International er voor de inheemse stammen op poten zette.
Welke inheemse gemeenschappen leven er in Bajo Cauca en wat maakt hen bijzonder?
Valery Possada: In Bajo Cauca [1] leven inheemse stammen die tot de Zenú behoren. Ze hebben recht-, school- en gezondheidsstructuren die afwijken van het reguliere Colombiaanse systeem. Zo passen ze hun eigen strafrecht toe en is hun schoolsysteem opgebouwd rond de kennis van hun voorouders. Een vak als wiskunde komt bijvoorbeeld aan bod, maar is gelinkt aan ‘het universum’, dat centraal staat in hun doen en denken. Ze houden zich ook veraf van de moderne geneeskunde.
Toch sijpelen de algemene Colombiaanse gewoontes steeds meer door in hun cultuur. Je zal de Zenú niet herkennen aan typische klederdracht en alle jongeren hebben een smartphone. De inheemse mensen die naar de stad zijn verhuisd, hebben intussen veel dezelfde gewoonten als jij en ik. Zij die in afgelegener gebieden leven, zijn vaak traditioneler van aard en doen gewoonlijk nog aan ruilhandel.
Waarom worden ze als kwetsbaar beschouwd?
Bajo Cauca is in een strategische zone, waar criminele bendes en gewapende oppositiegroepen er niet voor terugdeinzen om geweld te gebruiken. Het geweld leidt ertoe dat Zenú vaak niet langer hun land kunnen bereiken om te bewerken, wat een grote impact heeft als je weet dat veel Zenú hun brood verdienen door aan landbouw te doen. Er zijn er die overleven dankzij de verkoop van ambachtelijke kunst, zoals traditionele sombrero’s, maar ook daarvoor moeten ze aan materiaal geraken.
Bovendien is er een drinkwaterprobleem: het water van de rivier, waar ze in principe gebruik van zouden kunnen maken, is sterk vervuild, onder meer door goudwinning. Dus het land bewerken, jagen, rivierwater drinken: het is onmogelijk geworden. Dat maakt de inheemse volkeren heel erg kwetsbaar.
Moeten veel inheemse gemeenschappen dan andere oorden opzoeken?
Colombia telt miljoenen intern ontheemden door het gewapende conflict, onder wie zeker ook de getroffen inheemse mensen. Terwijl de inheemse volkeren zich heel sterk verbonden voelen met hun grond en ze die echt alleen maar verlaten als het hun enige, laatste optie is. Ze beschouwen bepaalde stukken land als heilige grond van hun voorvaderen. En hun heilig land willen ze beschermen met hun leven, als dat moet.
Wat doet Handicap International voor de Zenú in Bajo Cauca?
We hebben een project van zes maanden op poten gezet voor tien inheemse gemeenschappen, om ervoor te zorgen dat ze zich beter kunnen verweren tegen het geweld in hun omgeving. [2] Dat is gebeurd via een hele resem maatregelen die hun organisatorische capaciteiten versterken, een betere bescherming garanderen en voedselzekerheid schenken.
Zo hebben we waterfilters uitgedeeld aan de inheemse families zodat ze drinkbaar water hebben, hebben we zaden gegeven om aan duurzame landbouw te doen, kippen en hanen geleverd, … We hebben ook de gemeenschapsleiders vorming gegeven over hun rechten en over onderhandelingstechnieken. Een belangrijk onderdeel van het project was ook de restauratie van de shelter of het toevluchtsoord voor de inheemse mensen in het stadje Cáceres.
Waartoe dient die shelter precies?
Het is een plaats waar de inheemse mensen terechtkunnen als ze moeten vluchten voor het geweld. Tot voor kort was er niet het nodige materiaal voorhanden om hen degelijk op te vangen. Handicap International heeft ervoor gezorgd dat er een omheining is, elektriciteit op de bovenverdieping, ventilatoren, dekens tegen de koude nachten, hangmatten, keukenservies, zaklampen, stoelen en tafels, spelletjes om de kinderen mee bezig te houden, … Het is de bedoeling in de shelter een zo menselijk mogelijke omgeving te creëren, want vluchten van huis is op zich al een erg traumatische gebeurtenis.
Daarnaast is het ook handig om een dergelijk centraal verzamelpunt te hebben. Het gebeurt dat de gewapende oppositiegroepen verplaatsingsrestricties opleggen aan de lokale bevolking. Voedsel brengen naar de shelter om de noden van de gemeenschap te verlichten is dan een geldig ‘excuus’ om in contact te blijven met de afgesloten inheemse gemeenschap.
[1] Bajo Cauca ligt zo’n driehondertal kilometer ten noorden van de stad Medellín, in het noordwesten van Colombia, en omvat zes gemeenten in het Antioquia departement.
[2] Van oktober 2014 tot april 2015.