Laos: "Nog tien jaar nodig om het land te ontruimen"
Violaine Fourile is projectleider voor Handicap International in Laos, het land dat het ergst door niet-ontplofte clustermunitie wordt geteisterd. Handicap International bevindt zich al sinds 1996 in Laos, met de bedoeling de gevaarlijkste gebieden te ontruimen en de bevolking op de hoogte te brengen van de gevaren die mijnen en ontplofbare oorlogsresten met zich meebrengen.
Violaine Fourile is projectleider voor Handicap International in Laos, het land dat het ergst door niet-ontplofte clustermunitie wordt geteisterd. Handicap International bevindt zich al sinds 1996 in Laos, met de bedoeling de gevaarlijkste gebieden te ontruimen en de bevolking op de hoogte te brengen van de gevaren die mijnen en ontplofbare oorlogsresten met zich meebrengen.
Hoe zijn de omstandigheden daar op dit moment?
Van alle landen ter wereld wordt Laos het meest geteisterd door clustermunitie. Zelfs al was het land niet rechtstreeks betrokken bij de oorlog in Vietnam (1964-1973), toch werden er door de Verenigde Staten meer dan 270 miljoen clusterbommen achtergelaten. Naar schatting bevinden er zich nog meer dan 80 miljoen onontplofte clusterbommen in het land. De meeste hiervan liggen nog verscholen in rijstvelden, waterlopen of langs de wegen en vormen dus elke dag een gevaar voor de bevolking. In 50 jaar werden al meer dan 50.000 mensen gedood of verwond door resten van munitie, meer dan de helft van deze ongevallen gebeurde zelfs in een vredessituatie en de meerderheid ervan waren kinderen.
Wat zijn de grootste uitdagingen van de sanering in Laos?
Het is bij wet verboden om gevonden metaal te verkopen, maar toch zijn er heel wat families die resten van clustermunitie zoeken en verkopen om wat bij te verdienen. Maar het zijn voornamelijk kinderen die hun geluk beproeven door met een metaaldetector velden te gaan afspeuren op zoek naar stukken metaal. Ze rapen ook alles op wat ze vinden en in veel gevallen komen ze ongewild in aanraking met clustermunitie of explosieve overblijfselen die dan in hun handen ontploffen. Maar niet alleen metaal verkoopt goed, ook verschillende soorten hout kunnen veel geld opbrengen. En opnieuw zijn het vaak kinderen die niet op de hoogte zijn van het sluimerende gevaar dat hen te wachten staat bij het omzagen van bomen.
Om deze risicofactoren tegen te gaan proberen wij de bevolking van 40 dorpen in de regio’s Sepone, Nong en Villabully in het zuiden van Laos te sensibiliseren. Het komt erop aan duidelijk te communiceren en hen de juiste handelingen aan te leren wanneer ze in contact komen met een onbekend object. Zo raden wij hen aan niets aan te raken en onmiddellijk de zone af te bakenen met een zelfgemaakt houten kruis. Vervolgens moeten ze zo snel mogelijk het dorpshoofd en Handicap International waarschuwen. Het lijkt zijn vruchten af te werpen, want in het district Villabuly heeft Handicap International sinds het begin van het project geen enkel ongeval meer geregistreerd. Het komt er dus op aan snel te reageren wanneer we op de hoogte zijn van een gevaarlijk voorwerp.
Daarnaast ontruimen we alle velden en rijstplantages, met de bedoeling de bevolking een veilig en leefbaar gebied terug te geven. Daardoor kunnen zij zich opnieuw toeleggen op andere handelsactiviteiten zoals de rijstbouw zonder daarbij gevaar te lopen. Naast het ontmijnen houdt Handicap International zich ook bezig met lokale ontwikkelingsprojecten. In de 6 tot 8 maanden na het saneren van een gebied gaan wij na of het landgebruik wel bijdraagt aan een goed leefklimaat.
Beetje bij beetje beginnen deze activiteiten hun vruchten af te werpen. Ondanks het nog steeds hoge aantal slachtoffers, kunnen we stellen dat de invloed ervan dubbel zo laag is als in 2008. Zo zijn de interventieteams sinds 2006 erin geslaagd al meer dan 1,2 miljoen m² terrein te saneren en heeft men bijna 10.000 niet-geëxplodeerde oorlogsresten vernietigd.
Hoelang zal het nog duren om alles op te ruimen?
Het zal nog minstens 10 jaar duren voordat het land volledig gevrijwaard is van oorlogsmunitie.