Irak: gigantisch probleem staat heropbouw van het land in de weg
Op 13 oktober stelde HI een rapport voor met als titel “Geen veilige terugkeer: de impact van explosieve oorlogsresten op de getroffen bevolking in Irak”, waarin de organisatie de balans opmaakt van de huidige leefomstandigheden van de Iraakse bevolking. Sommige inwoners durven hun kinderen nog steeds niet te voet naar school te sturen. Anderen moeten op plaatsen werken die bezaaid liggen met explosieven om in de behoeften van hun gezin te voorzien.
Annas, 15 jaar, woont met zijn moeder in de buitenwijken van Mosul. Tijdens gevechten in Mosul in 2016 raakte hij gewond door mortierschrapnels in de ruggengraat. Ondanks zijn handicap weigert Annas alle hulp. Hij wil zichzelf aankleden, alleen in zijn rolstoel stappen en zich alleen op straat voortbewegen: "Ik wil terug naar school", legt hij uit, "maar met mijn handicap weigeren de leraren dat, omdat ze vinden dat ik niet autonoom genoeg ben". Annas slaagt erin zijn opleiding ondanks alles voort te zetten. "Mijn droom zou zijn om verder te studeren en naar de universiteit te gaan, maakt niet uit wat voor studierichting of beroep... gewoon naar de universiteit gaan." | © F. Vergnes/HI
Vijf jaar na het einde van de oorlog in Irak zijn lokale gemeenschappen nog steeds verscheurd en blijven gebouwen, wegen en bruggen onbruikbaar. Het rapport “Geen veilige terugkeer: de impact van explosieve oorlogsresten op de getroffen bevolking in Irak[1]”, dat zopas door HI werd gepubliceerd, belicht hoe de oorlog ook jaren na het conflict nog steeds slachtoffers maakt. Het land ligt immers bezaaid met explosieve oorlogsresten die de toekomst van de komende generaties hypothekeren. Het rapport benadrukt hoe belangrijk het is voor de landen om de burgerbevolking beter te beschermen bij bombardementen op bewoonde gebieden. De onderzoekers die aan dit document hebben meegewerkt, focusten meer bepaald op de dichtbevolkte provincie Ninawa, waar onder meer de steden Mosoel, Sinjar en Tel Afar liggen.
Irak is een van de landen waar de concentratie aan explosieve oorlogsresten het hoogst is. Een gebied van meer dan 3.200 km2 ligt vol explosieven. Dat is twee keer de oppervlakte van Londen. Die achtergebleven springtuigen vormen een continue bedreiging voor de bevolking. Zo maakten landmijnen en andere explosieven tussen 2018 en 2020 nog om en bij de 700 slachtoffers. Maar liefst 8,5 miljoen Irakezen leven in gebieden die bezaaid zijn met deze stille, maar dodelijke getuigen van opeenvolgende conflicten.
8 keer meer tijd om de steden te ontmijnen
De ontmijning van de gebombardeerde steden blijkt tot zes keer duurder dan de ontmijning van landelijke gebieden, omdat daarvoor meestal machines en zwaar materieel vereist zijn. Er heerst een constante dreiging voor de ontmijners en de omgeving. En wanneer springtuigen gecontroleerd tot ontploffing worden gebracht, dreigen gebouwen in te storten. In de steden nemen ontmijningswerkzaamheden acht keer meer tijd in beslag dan op het platteland. En de financiering van dergelijke inspanningen blijkt een aanzienlijk obstakel. Voor de verwijdering van de springtuigen is in Irak 170 tot 180 miljoen dollar per jaar vereist, waarvan 50 miljoen alleen al voor Mosoel.
“Hier is geen sprake van duidelijk afgebakende mijnenvelden”, vertelt Alma Taslidžan Al-Osta, advocacyverantwoordelijke voor ontwapening en burgerbescherming bij HI. “In Irak gaat het om boobytraps die tot ontploffing komen zodra iemand het huis betreedt, luchtbommen die niet zijn ontploft bij impact en die begraven liggen onder metershoog puin, speelgoed waarin explosieven zijn verstopt ...”
De ontmijners hebben het over een “driedimensionale verontreiniging” (met name springtuigen die onder het puin liggen), waarvoor een intensieve opleiding rond explosieven en munitie is vereist. Die opleiding hebben de meeste ontmijners in Irak echter niet gehad. Bovendien zijn de klassieke blauwe beschermingspakken van de ontmijners niet altijd bestand tegen een dergelijke verontreiniging. Een ontmijner in Mosoel getuigt: “Hoe dieper we graven, hoe meer springtuigen we vinden. Dat maakt de ontmijning erg moeilijk. Het blijft niet bij een ontmijning aan de oppervlakte. We moeten de verontreiniging tot diep in de bodem aanpakken.”
Steden bombarderen: onnauwkeurig en met verregaande gevolgen
Het conflict in Irak ging van 2014 tot 2017 gepaard met bombardementen op bevolkte gebieden. Die praktijk maakte niet alleen tienduizenden burgerslachtoffers, maar heeft ook de scholen, landbouwgronden, wegen, huizen en waterzuiveringsstations verwoest. Bovendien liggen die gebieden nu bezaaid met explosieve oorlogsresten.
“Bommen en steden gaan niet samen,” aldus Alma Taslidžan Al-Osta. De bombardementen hebben een buitengewoon verwoestende impact op gebouwen en voorzieningen, maar treffen ook de personen die zich binnen de straal van de explosies bevinden. Daarbij komt dat de achterblijvende springtuigen een heropbouw van het economische en sociale leven in de weg staan.”
Het rapport bundelt gegevens uit regionale verslagen over de impact van het conflict: de schade aan stroomvoorzieningen loopt op tot 7 miljard dollar, en er is voor 2,8 miljard dollar schade aan wegen, luchthavens, bruggen en spoorwegen. In de stad Mosoel alleen al raakten 9 van de 13 ziekenhuizen beschadigd, naast 169 scholen.
“Het oorlogsrecht blijkt onvoldoende om de burgers in bevolkte gebieden te beschermen tijdens conflicten, en Irak is daar een goed voorbeeld van, zelfs nu de vijandigheden al jaren achter de rug zijn. Hebben landen dan echt nóg meer bewijs nodig om zich uit te spreken tegen het gebruik van explosieve wapens met een grote impactzone in bevolkte gebieden?" - Alma Taslidžan Al-Osta.
Na twee jaar diplomatiek getouwtrek hopen we dat de landen binnenkort daadwerkelijk een verklaring ondertekenen. Dat zou een historische stap voorwaarts zijn in de bescherming van burgers in conflictsituaties.
Sociale cohesie
De inwoners van de provincie Ninawa komen het conflict maar niet te boven, en daar zijn verschillende redenen voor. Onrechtstreeks staan de achterblijvende springtuigen de sociale cohesie in de weg: ze beperken de mogelijkheden om een inkomen te verwerven, wat leidt tot spanningen binnen de gezinnen.
De springtuigen veroorzaken ongevallen die gezinnen en gemeenschappen ontwrichten. “Wanneer het gezinshoofd gewond raakt, kan hij het gevoel krijgen niet langer in de behoeften van zijn gezin te kunnen voorzien, met een negatieve invloed op diens zelfbeeld tot gevolg”, licht Marc Van der Mullen, directeur van HI in Irak, toe. Anderzijds kan een gezinslid dat een handicap opliep door een ongeval als een last worden beschouwd, zeker nu de toegang tot gezondheidszorg beperkt en duur is.”
1 op de 12 personen in Irak is ontheemd. In 2020 telde het land 678.512 ontheemden. Het toont aan in welke mate de aanwezigheid van springtuigen een terugkeer naar huis in de weg staat, zo staat in het rapport. Gezinnen kunnen niet veilig naar huis terugkeren en blijven ontheemd, terwijl de gemeenschappen niet aan de heropbouw kunnen beginnen en hun collectieve veerkracht in de kiem wordt gesmoord.
Scholen en speelpleinen liggen nog vol springtuigen, waardoor gemeenschappen verstoken blijven van onderling contact. Een vrouw uit Sinjar getuigt: “In mijn dorp is er geen middelbare school. De leerlingen kunnen echter moeilijk naar andere dorpen gaan, vooral omdat we niet weten of daar nog springtuigen zijn achtergebleven.”
Totstandkoming van het rapport
Het rapport “Geen veilige terugkeer: de impact van explosieve oorlogsresten op de getroffen bevolking in Irak” focust op Ninawa, de op één na dichtstbevolkte provincie van Irak. De onderzoekers hebben een grondige secundaire literatuurstudie gevoerd en interviewden de betrokken partijen en personen binnen de getroffen gemeenschap.
Klik hier om het volledige rapport of de samenvatting terug te vinden (EN).
[1] No safe recovery:The impact of Explosive Ordnance contamination on affected populations in Iraq