Goto main content

Een arm en oog verloren voor enkele centen

Mijnen en andere wapens
Cambodja

Vit werkt, zoals de overgrote meerderheid van de Cambodjanen, een flink deel van zijn tijd in de rijstvelden. Op 12 november 2006 liep Nhep Vit dan ook op blote voeten en met kleine stappen door het slib, aan het werk in het gezelschap van zijn broers en zussen.

Een arm en oog verloren voor enkele centen

Vit werkt, zoals de overgrote meerderheid van de Cambodjanen, een flink deel van zijn tijd in de rijstvelden. Op 12 november 2006 liep Nhep Vit dan ook op blote voeten en met kleine stappen door het slib, aan het werk in het gezelschap van zijn broers en zussen.

Maar de jongeman van 24 voelde zich niet al te best. “Ik had wat buikpijn en had me aan de kant gezet om in de schaduw wat te pauzeren. Op dat moment vond ik een metalen voorwerp, een overblijfsel van de oorlog. Ik was nieuwsgierig en heb het mee naar huis genomen.”

De moeder van Vit was er niet gerust in toen ze haar zoon met dat voorwerp naar huis zag komen. Het was een mortiergranaat en misschien was die gevaarlijk? Ze vroeg hem daarom om het tuig niet aan te raken. “Ik had toen beter kunnen luisteren… Maar tegelijkertijd bedacht ik dat het jammer zou zijn als ik die munitie voor niets zou hebben meegebracht. Ik besloot dat ik de mortier beter kon verkopen aan een opkoper van oud ijzer en er nog iets mee verdienen voor het gezin.”

In Cambodja is de inzameling van afval een lucratieve bezigheid. In de steden en dorpen zijn er heel wat kleine opkopers van karton, plastic en metaal. Zij verkopen op hun beurt het afval aan inzamelcentra. Na het sorteren worden deze materialen opnieuw op grote schaal doorverkocht, vaak over de grenzen heen.

De massale aanwezigheid van niet-ontplofte munitie na jaren van oorlog zet veel kleine inzamelaars aan om de bossen in te trekken, soms met goedkope detectoren, om er resten van al dan niet ontplofte oorlogsmunitie te zoeken. Voor hen is het een handige manier om wat geld te verdienen door metaal in te zamelen.

Wetten en preventie: een efficiënt duo in de strijd tegen een gevaarlijke handel

Al jaren worden de meeste ongevallen in Cambodja veroorzaakt door het eigenhandig manipuleren van niet-ontplofte oorlogsmunitie. Mensen blijven deze wapens aanraken, hoewel ze zich duidelijk bewust zijn van het gevaar dat ze lopen. Dit betekent dat de klassieke preventiecampagnes nooit het beoogde effect zullen bereiken. Handicap International heeft het probleem willen aanpakken door in vier bijzonder getroffen districten in het noordwesten van Cambodja een vernieuwend project te ontwikkelen.

Dit project zorgt voor een opleiding voor de inzamelaars en de eigenaars van de depots. Deze laatsten worden aangespoord om de oorlogsmunitie niet meer te kopen. Daarnaast worden de politieagenten van deze districten beter geïnformeerd over de wet die voortaan de handel in niet-ontplofte oorlogsmunitie verbiedt. Ze worden ook opgeleid om de dorpsbewoners te sensibiliseren. De resultaten van dit pilootproject zijn indrukwekkend: in de depots in de regio vind je geen oorlogsmunitie meer. Het aantal ongevallen daalde ook opmerkelijk. Het is zo’n succes dat het project binnenkort wordt uitgebreid naar andere delen van het land.

In de provincie Takéo, waar Vit woont, is het inzamelen van niet-ontplofte munitie nog steeds een courante praktijk. En dat was het zeker drie jaar geleden, toen Vit besloot om de gevonden munitie te verkopen. Zijn plan mislukte echter: de inzamelaar wilde de mortiergranaat niet kopen. “Hij vertelde me dat de munitie nog geladen was en dus te gevaarlijk. Volgende keer zou hij ze wel kopen, beloofde hij, op voorwaarde dat ik het eerst onschadelijk zou maken. Ik heb me dan aan het werk gezet.”

Vit sloeg met een bijl op de mortiergranaat om deze te breken. Er ontsnapte poeder en hij dacht dat het ondertussen lege voorwerp onschadelijk was. Hij verhoogde daarop zijn inspanningen om het voorwerp te breken.

De explosie was erg krachtig. Vit, die bij bewustzijn bleef, heeft nog om hulp kunnen roepen. Hij zag zijn gebroken en zwaargewonde arm en begreep de gevolgen van zijn daad. Toen de artsen en zijn moeder de kamer binnenkwamen om hem te melden dat zijn arm moest worden geamputeerd, heeft Vit het onvermijdelijke moeten aanvaarden. Naast zijn arm verloor Vit ook een oog bij het ongeval.

Informatie inzamelen om ongevallen te vermijden

Twee dagen na het ongeval ontving Vit in het ziekenhuis bezoek van een onbekende. Nuaon Srean werkt voor het CMVIS (Cambodian Mine/ERW Victim Information System), een orgaan dat gezamenlijk wordt beheerd door Handicap International en het Cambodjaanse Rode Kruis. De organisatie zamelt informatie in over ongevallen met niet-ontplofte landmijnen en oorlogsmunitie. Srean staat mee in voor het vergaren van informatie.

Srean is op zijn eentje verantwoordelijk voor een uitgebreid gebied met vier provincies. Via zijn netwerk van informanten werd hij snel op de hoogte gebracht van Vits ongeval en kon hij het slachtoffer opzoeken in het ziekenhuis. Deze snelheid is een van de troeven van het CMVIS. De ingezamelde informatie is namelijk nuttig voor iedereen die betrokken is bij de mijnproblematiek: mensen die zich bezighouden met ontmijnen, het afbakenen van gevaarlijke terreinen, de preventie van ongevallen of de hulp aan slachtoffers. Betrouwbare, volledige en snelle informatie is bijgevolg een garantie voor de beste reactie om nieuwe ongevallen te voorkomen.

Srean en Vit spraken een tijdje met elkaar. Srean stelde een reeks vragen om de plaats en de omstandigheden van het ongeval te onderzoeken. Hij hielp ook de familie van Vit door hen in deze moeilijke periode nuttige levensmiddelen te bezorgen en hen door te verwijzen naar instanties die hen zouden kunnen steunen. Enkele weken later ging Srean ook naar de plaats van het ongeval om de juiste plaats te bepalen, getuigen te ondervragen en Vit opnieuw te ontmoeten.

Drie weken na het ongeval verliet Vit het ziekenhuis zonder goed te weten wat er van hem zou worden. In dezelfde periode kwamen ontmijners het terrein opruimen en heel wat niet-ontplofte oorlogsmunitie weghalen.

Terug werken … en fietsen

Natuurlijk mocht Vit zich gelukkig prijzen. Hij had het ongeval overleefd en was weer thuis, omringd door zijn familie. Maar wat ging er van hem worden? Wat moest hij doen om geen extra last te zijn voor het gezin dat al voor het ongeval moeite had om de eindjes aan elkaar te knopen? “Enkele weken na mijn terugkeer kwam de dorpschef me opzoeken”, zegt Vit. “Hij vertelde me dat hij wist waar ik misschien hulp zou kunnen vinden. De dag erna heeft hij me achterop zijn motor meegenomen naar Takéo. Zo kwam ik in het revalidatiecentrum terecht.”

In dit centrum van Handicap International komen dagelijks heel wat patiënten revalideren. Terwijl sommigen oefenen om met een prothese te stappen, doen anderen spierversterkende oefeningen aan een apparaat met katrollen. In een zaaltje neemt een orthopedist de maten van een jongen om een orthese te maken. Verderop doen kinesitherapeuten oefeningen met kinderen met hersenverlamming, onder het toeziende oog van de ouders.

Vit verbleef twee weken in het centrum en kon er rekenen op de diensten van verschillende specialisten die er werken. In het begin heeft de sociale dienst een belangrijke rol gespeeld. Er werd met hem gepraat over zijn behoeften en samen met hem nagedacht over oplossingen. Vit had zelf een aantal dingen voor ogen: opnieuw kunnen werken om zijn familie mee te onderhouden (groenten oogsten, rijst vervoeren…), maar ook fietsen om naar de pagode te kunnen gaan en om vrienden te ontmoeten. Hij wilde er ook weer zo “normaal” mogelijk uitzien, zijn handicap minder zichtbaar maken.

Terwijl het team van prothesisten aan de slag ging om een prothese op maat te maken voor Vit, namen de kinesitherapeuten van het centrum de jongeman onder hun hoede. Hij moest gewoon worden aan deze nieuwe arm, die zo verschilt van een gewone arm, en er de voordelen van ondervinden, maar ook de beperkingen leren aanvaarden. Dit is een fikse opdracht die ook psychologische ondersteuning vergt.

Phân Hiep is verantwoordelijk voor de werking van het revalidatiecentrum van Takéo. Hij is kinesitherapeut van opleiding en herinnert zich het eerste bezoek van Vit aan het centrum nog goed. “Na het ongeval werd zijn volledige arm geamputeerd. Voor een volledige arm een prothese maken is moeilijk, omdat je natuurlijk met het ellebooggewricht en de hand zit. Geen enkele prothese zou Vit opnieuw de mobiliteit en kracht van vroeger teruggeven. Voor sommige patiënten is dit een heel moeilijk leerproces. Maar Vit heeft een sterke wil en hij werd deze manier van leven snel gewoon.”

Ondertussen slaagt Vit er trouwens in om bijna zoals vroeger te werken. Op een mat naast het huis, omringd door zijn familie, legt hij trots uit wat hij al opnieuw kan. “Ik kan terug alle landbouwtaken verrichten, behalve planten; daar heb ik echt mijn beide handen voor nodig. En natuurlijk kan ik geen al te zware lasten dragen. Daarnaast word ik ook sneller moe omdat de prothese volledig op mijn schouder rust. Wanneer ik bijvoorbeeld grassen maai voor veevoeder, vervang ik mijn hand door een kleine zeis. Dat is efficiënt, maar bij elke slag krijgt mijn schouder wel een schok en daardoor moet ik regelmatig even stoppen. Maar ik voel me nuttig en ook de anderen zien dat zo. Dat maakt me gelukkig.”

De risico’s blijven

Momenteel lijkt het leven rustig in het gezin van Vit. Iedereen doet zijn best opdat het hele gezin zich correct zou kunnen voeden en een gewoon leven leiden. Ondanks de enorme impact van de explosie van deze niet-ontplofte oorlogsmunitie op Vit, lijkt het leven zijn gang te gaan zoals vroeger en wordt er niet veel meer over nagedacht. En toch is het gevaar nog niet helemaal geweken, zelfs na het bezoek van een ontmijningsteam.

“Ik weet waar je er kunt vinden!“, bevestigt een broer van Vit op guitige toon. Uiteindelijk zijn er nog twee kinderen die vertellen dat er in de buurt nog bommen liggen. En wanneer ze zweren dat ze deze nooit aangeraakt hebben, komt Vit zelf tussen: “Jawel, je hebt me verteld dat je geprobeerd hebt om ze te raken.” Waarna het kind bekent dat het met vrienden al geprobeerd heeft om een van deze objecten te raken met een katapult. “Maar ik weet niet of dat gelukt is “, preciseert hij.

Buiten deze mortiergranaat die midden in het veld van de familie onder een struik ligt, melden dorpsbewoners ons nog dat er eenzelfde type mortiergranaat in een meertje ligt. Ze hebben deze gevonden en in het water gegooid. Met een stok hebben ze de juiste locatie aangegeven.

Srean, die dergelijke informatie inzamelt voor het CMVIS, bepaalt de juiste coördinaten met zijn GPS. Hij zal deze nieuwe informatie aan organisaties bezorgen die in deze regio mijnen ruimen, in de hoop dat ze gevolg kunnen geven aan zijn verzoek. “Er is veel werk voor de ontmijners in Cambodja. Vaak kunnen ze zich niet verplaatsen voor kleine interventies. Je moet de ontmijners laten komen, hun verplaatsing betalen… Ze zullen in elk geval niet onmiddellijk tussenkomen voor twee bommen terwijl er elders nog zoveel liggen.

Vit beschouwt zijn leven nu als volwaardig. Hij kan werken en voelt zich geïntegreerd in zijn familie. En toch zal niets de vreselijke gevolgen van zijn onvoorzichtigheid kunnen uitwissen… Vit blijft zich tegenover anderen minderwaardig voelen. Hij kan niet meer dansen op feesten …

Wat denken de meisjes wanneer ze me zien? Ik kan een meisje niet stevig om de middel vastnemen bij het dansen . Neen, dat is onmogelijk…” De moed, de kracht om te blik van anderen te trotseren, dat is misschien wel het moeilijkste onderdeel van Vits strijd. Maar hij heeft nog tijd en zijn sterke karakter zal hem helpen.
 

Meer over dit onderwerp

1000 dagen oorlog: burgers voorname slachtoffers in Oekraïne
© M.Monier / HI 2024
Gezondheid Mensenrechten Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

1000 dagen oorlog: burgers voorname slachtoffers in Oekraïne

Vooral in het oosten en het zuiden van het land is de impact van het gewapend conflict enorm.

Landmijnen maakten vorig jaar bijna 6000 slachtoffers
© ISNAD Agency / HI
Mijnen en andere wapens

Landmijnen maakten vorig jaar bijna 6000 slachtoffers

De Landmine Monitor meldt een stijging van 22% in het aantal doden en gewonden door landmijnen.