Landmijnenverdrag viert twaalfde verjaardag
Vandaag roepen campagnevoerders en ngo’s uit heel de wereld de Verenigde Staten op om toe te treden tot het Landmijnenverdrag dat zijn twaalfde verjaardag viert. Ook Handicap International schaart zich achter die oproep en hoopt dat Amerika de andere 38 landen buiten het verdrag het signaal geeft dat de wapens totaal onaanvaardbaar zijn. De toetreding zou ook een logische stap zijn, want Amerika is de grootste donor voor mijnacties. De VS stopte het gebruik van landmijnen in 1991 en de export in 1992. In 2009 startte de VS overleg met de verdragspartijen en het middenveld met het oog op een herziening van het beleid, maar tot nog toe werden geen concrete stappen ondernomen.
Oproep aan de Verenigde Staten
Vandaag roepen campagnevoerders en ngo’s uit heel de wereld de Verenigde Staten op om toe te treden tot het Landmijnenverdrag dat zijn twaalfde verjaardag viert. Ook Handicap International schaart zich achter die oproep en hoopt dat Amerika de andere 38 landen buiten het verdrag het signaal geeft dat de wapens totaal onaanvaardbaar zijn.
De toetreding zou ook een logische stap zijn, want Amerika is de grootste donor voor mijnacties. De VS stopte het gebruik van landmijnen in 1991 en de export in 1992. In 2009 startte de VS overleg met de verdragspartijen en het middenveld met het oog op een herziening van het beleid, maar tot nog toe werden geen concrete stappen ondernomen.
Tot nu behoudt de VS zich nog altijd het recht voor om zogenaamde “slimme” mijnen (met mechanismen voor zelfdestructie) te gebruiken volgens het Bush-beleid. “Deze zogenaamde 'slimme' wapens zijn helemaal niet veiliger voor burgers. Ze kunnen geen onderscheid maken tussen een soldaat en een kind”, zegt Handicap International.
De zoon van de Amerikaanse Lynn Bradach werd in 2003 naar Irak gestuurd en bleef er vrijwillig wat langer om te ontmijnen. Hij overleefde het niet. Haar oproep aan Barack Obama, houder van de Nobelprijs voor de Vrede, is duidelijk.
It is now 2011; the Landmine Treaty of 1997 went into force on March 1, 1999 and the US is now in the process of reviewing its policy. I ask with all that has happened in the last 12 years how can we be so far behind in signing a document that bans the use of a weapon that has proven to harm innocent civilians decades after a war is over. A weapon that US itself has chosen not to use for the last 19 years.
There is a great deal of unrest in the world at this time. I believe that a strong sign of peace not just words of peace are needed from this administration. The act of joining this Treaty would be a powerful statement for peace. Therefore I ask Barack Obama and his administration to not let another anniversary go by without the United States. I truly believe that this is what a winner of the Nobel Peace Prize would choose to do.
Tachtig procent van de landen heeft zich intussen achter het Verdrag voor een verbod op landmijnen geschaard. Dat verdrag bant het verbruik van alle landmijnen, vraagt een vernietiging van alle voorraden binnen de vier jaar, een volledige ontmijning binnen de tien jaar en een begeleiding van de slachtoffers. Negenendertig landen – waaronder China, India, Pakistan, Rusland en dus de Verenigde Staten – moeten het Verdrag nog ondertekenen, maar voldoen in de praktijk vaak al aan de basisvereisten. Handicap International roept al die landen op om hun standpunt te herzien en toe te treden.
Te weinig aandacht voor slachtoffers
Dankzij het Landmijnenverdrag of het Verdrag van Ottowa werd het gevaar al teruggedrongen, in die zin dat het gebruik van landmijnen eerder zeldzaam is geworden. Maar wat met de slachtoffers?
We mogen niet vergeten dat de groep die slachtoffer werd van een landmijn steeds groter wordt. Want eens slachtoffer, altijd slachtoffer. Een handicap is voor het leven. Bovendien krijgen de overlevenden te weinig steun. Momenteel gaat slechts 9 procent van de fondsen die worden gebruikt in de strijd tegen de mijnen, naar de slachtoffers. Volgens een studie van Handicap International komt die hulp bovendien niet tegemoet aan de reële behoeftes van de overlevenden.