Goto main content

Opiniestuk: Doodvonnis voor clustermunitie

Mijnen en andere wapens

Op 16 februari 2006 maakte het federale Parlement van België het eerste land ter wereld dat clustermunitie (clusterbommen) verbood. Clustermunitie zijn wapens die tot honderden kleinere submunities - ook wel "bomblets" genoemd - kunnen verspreiden in uitgestrekte zones. Ze treffen niet alleen militairen en burgers zonder onderscheid, maar laten ook na het conflict een dodelijke erfenis aan de bevolking na. Een groot deel van alle clusterbommen ontploft immers niet bij de impact, wat er eigenlijk antipersoonsmijnen van maakt. Indertijd zeiden sommigen ons dat geen enkel ander land ooit het voorbeeld van België zou volgen.

Wanneer enkele slachtoffers Staten doen buigen …

Op 16 februari 2006 maakte het federale Parlement van België het eerste land ter wereld dat clustermunitie (clusterbommen) verbood. Clustermunitie zijn wapens die tot honderden kleinere submunities - ook wel "bomblets" genoemd - kunnen verspreiden in uitgestrekte zones. Ze treffen niet alleen militairen en burgers zonder onderscheid, maar laten ook na het conflict een dodelijke erfenis aan de bevolking na. Een groot deel van alle clusterbommen ontploft immers niet bij de impact, wat er eigenlijk antipersoonsmijnen van maakt. Indertijd zeiden sommigen ons dat geen enkel ander land ooit het voorbeeld van België zou volgen. Twee en een half jaar later, na een harde strijd in samenwerking met tal van actoren uit de hele wereld, tekent de internationale gemeenschap vandaag in Oslo een verdrag dat clustermunitie verbiedt en zeer strikte verplichtingen oplegt inzake hulp aan de slachtoffers van die wapens .

Hoe zijn we erin geslaagd om het Belgische verbod om te vormen tot een verdrag dat door 107 Staten werd goedgekeurd?

Allereerst door geleidelijk "groepen medewerkers" op te richten, met diplomaten, militairen, ijveraars voor een mijnverbod en terreinwerkers. Deze personen kregen regelmatig informatie over de humanitaire impact van clustermunitie . Vanuit hun overtuiging dat er dringend een verbod moest komen op deze wapens, gingen ze na hoe er daarover een verdrag kon worden uitgewerkt. Toen de onderhandelingen mislukten in het kader van het verdrag inzake klassieke wapens, voelde een klein groepje Staten onder impuls van Noorwegen dat het moment gekomen was om iets anders te proberen om het probleem van de clustermunitie op te lossen. Tegelijkertijd ontwikkelden we samen met onze collega's uit het maatschappelijk middenveld (de civiele maatschappij) overal ter wereld, gegroepeerd in de Clustermunitie Coalitie, een gemeenschappelijke strategie om vóór eind 2008 tot een verdrag te komen. Op initiatief van Handicap International werd een groep personen die rechtstreeks te maken krijgt met die wapens, geleidelijk in het diplomatieke proces geïntegreerd. Deze groep raakte bekend onder de naam "Ban Advocates" (voorstanders van een verbod).

Het werk van de "Ban Advocates" is wellicht één van de meest revolutionaire elementen van het Oslo-proces inzake clustermunitie. De "Ban Advocates" zijn ondertussen immers uitgegroeid tot onmisbare partners voor de Staten die betrokken zijn bij het Oslo-proces. Nemen we als voorbeeld het Verenigd Koninkrijk, een land dat zich lang gekant heeft tegen een verbod, maar enkele uren voor het einde van de onderhandelingen in Dublin toch bijdraaide. Zo verklaarde de Britse delegatie op 30 mei van dit jaar, tot onze grote verrassing, na de goedkeuring van het verdrag in Dublin: "Onze delegatie zou in de eerste plaats hulde willen brengen aan de slachtoffers van clusterbommen, zowel diegenen die naar Dublin gekomen zijn als alle anderen overal ter wereld, die ze vertegenwoordigen. Door ons te sensibiliseren en ons allemaal te doen nadenken, en door vervolgens de krachten te bundelen, heeft elk van hen een uitzonderlijke dienst bewezen aan alle burgers ter wereld. Hun moed, hun enthousiasme en hun grote menselijke waardigheid waren buitengewoon en zullen diegenen die het voorrecht hadden dit te mogen meemaken, altijd bijblijven. Ze waren een inspiratiebron voor ons, en het is dankzij hen dat dit allemaal mogelijk was". Deze verklaring kwam er na twee weken van zeer moeizame onderhandelingen, waarin de "Ban Advocates" elke dag Britse diplomaten (en de vertegenwoordigers van de andere, meest terughoudende Staten) ontmoetten, om hen te overtuigen van de noodzaak van een sterk verdrag.

Wat moeten we nu van die ervaring onthouden?

Dat enkele vastberaden en goed gedocumenteerde individuen een barbaars wapen voorgoed de wereld kunnen uit helpen. Elf jaar geleden kregen we van veel mensen te horen dat we het verbod op antipersoonsmijnen nooit een verlengstuk zouden kunnen geven, zeker niet als het om clusterbommen ging, een wapen waarvan er overal ter wereld miljarden exemplaren liggen opgeslagen. Toch zijn we ons doel aan het bereiken, dankzij de steun van de publieke opinie en de moed van enkele beslissingnemers, in België en elders, die zich misschien in deze tekst herkennen.

Het Verdrag voor het verbod op clustermunitie dat vandaag ondertekend wordt in Oslo, is revolutionair. Het kwam er immers na ontmoetingen tussen de internationale gemeenschap en slachtoffers van zo'n wapen, waarbij beide partijen naar elkaars standpunten luisterden. Organisaties als Handicap International hebben er alles aan gedaan om die ontmoeting te vergemakkelijken en te vermijden dat ze zou worden ondergraven door politieke druk en diplomatiek gespin. Toch is ons werk pas begonnen als we willen dat het Verdrag van Oslo tot concrete vooruitgang leidt op het terrein, binnen de getroffen gemeenschappen.

Vandaag, 3 december, de Internationale dag voor personen met een handicap en de elfde verjaardag van het Verdrag voor het verbod op landmijnen, roept Handicap International alle Staten in de hele wereld op om het Oslo-verdrag te ondertekenen. We roepen in het bijzonder Finland, Griekenland, Oekraïne, Polen, Slowakije en Turkije op om zich aan te sluiten bij de rest van de internationale gemeenschap en dit barbaarse wapen voorgoed te bannen.

Stan Brabant
Specialist hulp aan slachtoffers van landmijnen- en clustermunitie
 

Meer over dit onderwerp

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders
© A. Faye / HI
Mijnen en andere wapens

Ik wil dat mijn kleinkinderen opgroeien in het land van mijn voorouders

In 1992 moest Mansata het dorp Bissine in Senegal ontvluchten door gewapend geweld. Dertig jaar later woont ze er opnieuw veilig met haar kinderen en kleinkinderen.

Twee jaar noodhulp in Oekraïne
© T. Nicholson / HI
Mijnen en andere wapens Noodhulp Revalidatie

Twee jaar noodhulp in Oekraïne

Handicap International biedt met haar goed uitgebouwde team onder meer revalidatiezorg en psychologische ondersteuning en speelt een belangrijke rol in de verdeling van hulpgoederen.

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal
© A. Stachurski / HI
Mijnen en andere wapens

Nieuw hondenteam start met ontmijningswerk in Senegal

Vier Mechelse herdershonden krijgen hun laatste trainingen door onze Belgische partnerorganisatie APOPO. Binnenkort gaan ze landmijnen opsporen in de tropische regio Casamance.